De voorzitter opent de zitting op 23/09/2019 om 19:30.
De Raad neemt kennis van de notulen en het audioverslag van de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn de dato 24 juni 2019.
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur en in het bijzonder artikels 105 §1, 95 en 92, derde tot en met zevende lid en 96, §1, derde lid DLB;
Gelet op de beslissing van de OCMW-Raad van 2 januari 2019 inhoudende de verkiezing van de leden van het Bijzonder Comité voor de sociale dienst;
Gelet op het ontslag aangeboden door mevrouw Sarah MORTIER van haar mandaat als lid van het Bijzonder Comité voor de sociale dienst, zoals blijkt uit het schrijven van 6 september 2019 aan de Voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, conform artikel 103 van het DLB;
Gelet op de voordrachtsakte van een kandidaat-lid door de leden van de Raad voor maatschappelijk welzijn van de lijst die het betreffende lid destijds heeft voorgedragen, en tijdig aan de algemeen directeur bezorgd op 13 september 2019, conform artikel 95, §3 van het DLB;
Overwegende dat de voordrachtsakte ter zitting werd overhandigd aan de voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn;
Overwegende dat uit nazicht door de voorzitter blijkt dat de akte van voordracht ondertekend is door de meerderheid van de leden van de Raad voor maatschappelijk welzijn van dezelfde lijst die het betreffende lid heeft voorgedragen;
Gelet op het feit dat de akte van van voordracht melding maakt van mevrouw Yolande Josée VERELLEN als kandidaat-lid van het Bijzonder Comité voor de sociale dienst;
Gelet dat uit het onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat het te installeren kandidaat-lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en zich niet in een situatie van onverenigbaarheid bevindt;
Overwegende dat voor het kandidaat-lid geen einddatum werd opgenomen in de voordrachtsakte;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Pensioenverzekering Mandatarissen en de niet gesolidariseerde pensioenen voor de vastbenoemden Gemeente en Ocmw ” een bestek met nr. CAD/2019/549/PERS/1377 werd opgesteld door de Centrale Aankoopdienst;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 1.675.250,00 (0% btw);
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;
Overwegende dat deze raming de limieten van de Europese bekendmaking overschrijdt;
Overwegende dat het een gezamenlijke opdracht betreft waarbij het aangewezen is dat Gemeente Zaventem de procedure zal voeren en in naam van OCMW Zaventem bij de gunning van de opdracht zal optreden;
Overwegende dat gezamenlijk aankopen kan leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36, en inzonderheid artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 9 september 2019, punt 2019/2460, houdende : “Pensioenverzekering Mandatarissen en de niet gesolidariseerde pensioenen voor de vastbenoemden Gemeente en Ocmw . Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze”;
Overwegende dat Fedasil bij schrijven van 1 augustus 2019 laat weten dat er een nood is aan bijkomende plaatsen in de individuele opvang zodat personen met een statuut, een hoge kans op bescherming, personen die toekomen in het kader van hervestiging en kwetsbare doelgroepen kunnen doorstromen naar een individuele opvangplaats;
Overwegende dat immers door de extra personeelsinzet bij de asielinstanties, verwacht wordt dat na de zomer 2019 een hoger aantal beslissingen zullen worden genomen en bijgevolg ook een hoger aantal personen in aanmerking komt voor een toewijzing naar een individuele opvangplaats;
Overwegende dat bijgevolg gezocht wordt naar bijkomende opvangplaatsen via de Lokale Opvang Initiatieven (LOI);
Overwegende dat Fedasil volgende voorstellen formuleert, hetzij
1. de mogelijkheid tot het afsluiten van bijkomende conventies van onbepaalde duur indien een lokaal bestuur bereid en in de mogelijkheid is om nieuwe opvangplaatsen te creëren; het Agentschap engageert zich ertoe dat alle nieuwe plaatsen die beschikbaar gesteld worden voor 1 oktober 2019 gegarandeerd minstens 1 jaar openblijven;
2. het aantal plaatsen zoals vastgelegd na de afbouw in 2018 te beschouwen als een structurele "minimale capaciteit" met het oog op het bieden van meer zekerheid; indien een lokaal bestuur 20% extra opvangplaatsen opent of geopend heeft ten opzichte van deze minimale capaciteit voor 1 oktober 2019, dan wordt voor de vastgestelde minimale capaciteit de opzegperiode van 6 naar 12 maanden verhoogd; voor de plaatsen boven de minimale structurele capaciteit blijft een opzeg van 6 maanden gelden;
3. de lokale besturen bevragen naar hoe de samenwerking tussen de lokale besturen en Fedasil duurzamer kan worden gemaakt en naar hoe het Agentschap hierin kan tegemoet komen op langere termijn - in te vullen voor 31 augustus 2019;
Overwegende dat in de bevraging enkele maatregelen worden voorgesteld die in onderzoek zijn bij het Agentschap en waarbij aan de lokale besturen wordt gevraagd of deze wel of niet zouden stimuleren om bijkomende plaatsen te openen, eventueel in combinatie met andere voorgestelde maatregelen, zijnde 1. een opstartpremie (een éénmalige premie per nieuw gecreëerde plaats om een deel van de opstartkosten te dekken) of een sluitingspremie (sluitingskosten per plaats binnen de structurele minimale capaciteit); 2. een systeem van stimulansen voor integratie (financiële voordelen gekoppeld aan concrete inspanningen en resultaten op vlak van integratie zoals lokale huisvesting, het volgen van een opleiding, het vinden van duurzame tewerkstelling...); 3. een actief schorsingsbeleid; 4. ondersteuning van de lokale besturen door Fedasil in de zoektocht naar woningen; 5. creatie door het Agentschap van netwerken van en /of rond de LOI's waarin uitwisseling rond bepaalde thema's centraal staat; 6. creatie van bufferplaatsen (dit zijn plaatsen die een OCMW een andere functie kan geven bij een lagere nood aan opvangplaatsen maar bij een verhoogde nood moeten worden beschikbaar gesteld voor het opvangnetwerk) in het licht van de voortdurend fluctuerende nood aan opvangplaatsen;
Overwegende dat het OCMW Zaventem geen eigen woningen in eigendom heeft om de plaatsen voor de individuele opvang, zijnde voor het LOI te voorzien;
Overwegende dat het OCMW op dit moment 9 LOI plaatsen heeft en volgende woningen hiervoor huurt:
* op de privé-markt: Groenveld 61 te Zaventem (gezin van 4 personen)
* van Elk Zijn Huis: Sportstraat 41 te Zaventem (3 alleenstaande mannen)
* van Elk Zijn Huis: Sportstraat 31 te Zaventem (2 alleenstaande mannen)
Overwegende dat Fedasil bij aangetekend schrijven van 27 juni 2018 recent nog 4 plaatsen (voor alleenstaande mannen) binnen het LOI Zaventem heeft opgezegd waarvan de opzegtermijn is geëindigd op 31 december 2018;
Overwegende dat deze opzeg werd opgenomen in de beslissing van het Vast Bureau van 17 juli 2018 waardoor het aantal plaatsen van 13 naar 9 eenheden werd teruggebracht hetzij 5 plaatsen voor alleenstaande mannen en 4 plaatsen voor een gezin en bijgevolg de huurovereenkomst betreffende de woning gelegen te Zaventem, Tuinwijkstraat 130 toen werd opgezegd;
Overwegende dat Elk Zijn Huis een maximum aantal toegelaten woningen heeft verhuurd aan het OCMW en dat het OCMW bijgevolg voor de uitbreiding van het LOI op zoek dient te gaan naar woningen op de privé-markt;
Overwegende dat het onmogelijk is om geschikte, betaalbare woningen te vinden waarvan het huurcontract flexibel kan worden verbroken;
Overwegende dat de opstart en afbouw van plaatsen steeds gepaard gaat met extra kosten en dat een tijdelijke verhoging van opvangplaatsen zonder bijkomend personeel dient te worden gerealiseerd;
Overwegende dat de zolderkamer gelegen Sportstraat 31 eventueel in gebruik kan worden genomen indien de verhoging van de plaatsen in de toekomst zou opgelegd worden (kamer werd in het verleden goedgekeurd door Fedasil en gebruikt maar is zeer klein);
Overwegende dat het Vast Bureau van 26 augustus 2019 akkoord ging met het voorstel van de Sociale Dienst om momenteel niet in te gaan op de oproep van Fedasisl naar bijkomende plaatsen in de individuele opvang en tevens om de bevraging in te vullen in de zin dat geen enkele maatregel het OCMW zou overhalen om de opvangplaatsen vrijwillig te verhogen;
Gelet op de oproep van het Agentschap Zorg en Gezondheid begin juli 2019 tot het invullen van een webformulier met het oog op de aanvraag van extra uren gezinszorg per regionale stad voor het jaar 2020 en dit vóór 1 oktober 2019;
Overwegende dat om in aanmerking te komen voor extra uren gezinszorg er rekening wordt gehouden met de realisatie van het urencontingent van een dienst op niveau van een regionale stad (de gemiddelde invulling van het urencontingent gezinszorg van de laatste drie jaren moet minstens 90% bedragen) en de mate waarin een dienst zijn werking richt naar doelgroepen (parameters inzake BEL-profielschaal / gebruikersbijdrage / onregelmatige prestaties en casemix kwetsbare doelgroepen) d.w.z. de dienst DGAT aan 2 van de 4 criteria voldoet;
Gelet dat via datzelfde webformulier ook een aanvraag kan worden ingediend om een deel van de maximaal subsidiabele uren gezinszorg om te zetten naar voltijds equivalente uren logistiek of om een deel van de toegewezen uren logistiek personeel om te zetten in uren gezinszorg;
Gelet dat de omzetting van de subsidiabele uren gezinszorg naar logistiek/aanvullende thuiszorg (d.w.z. poetshulp die op die manier gesubsidieerd wordt) enkel mogelijk is op voorwaarde dat de dienst DGAT zijn urencontingent gezinszorg gemiddeld over de 3 laatste jaren voor 95% heeft gerealiseerd;
Gelet dat het urencontingent gezinszorg (zijnde het totale aantal subsidiabele uren gezinszorg) van het OCMW Zaventem voor het jaar 2019, 19.080 uren over de regionale stad Brussel bedraagt;
Gelet dat het OCMW Zaventem voor het jaar 2016 voor 94,76 %, voor het jaar 2017 voor 90,33% en voor 2018 voor 90,65% van het toegekende urencontingent gezinszorg heeft gerealiseerd, d.w.z. over de 3 laatste jaren een gemiddelde van 92%;
Gelet dat bijgevolg geen omzetting van uren mogelijk is voor de dienst DGAT van het OCMW Zaventem gezien men niet voldoet aan het vereiste gemiddelde van 95%;
Gelet dat het dan bijgevolg niet opportuun is om extra uren gezinszorg aan te vragen vermits bijkomend personeel in de gezinszorg dan dient te worden ingezet gezien er thans geen mogelijkheid is om subsidiabele uren gezinszorg om te zetten naar subsidiabele uren logistiek/aanvullende thuiszorg en gezien de dienst DGAT in 2 opeenvolgende jaren niet minder dan 80% van zijn urencontingent gezinszorg mag realiseren zoniet wordt het urencontingent verminderd;
Gelet dat het Vast Bureau van 2 september 2019 kennis heeft genomen dat er geen omzetting van de uren gezinszorg naar aanvullende thuiszorg kan worden gevraagd en akkoord is gegaan dat er geen extra uren gezinszorg voor het jaar 2020 zullen worden aangevraagd;
Gelet op het Ministerieel Besluit van 18 april 2019 tot vaststelling van de urencontingenten gezinszorg van de erkende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg voor het jaar 2019;
Gelet op het ministerieel besluit van 25 juni 2019 dat het ministerieel besluit van 4 februari 2019 met de voorwaarden voor de toekenning van een subsidiabel urencontingent gezinszorg en met de ontvankelijkheidscriteria voor de aanvraag van extra uren gezinszorg wijzigt;
Overwegende dat het woonzorgcentrum Isidoor Trappeniers voor onbepaalde duur erkend werd onder het erkenningsnummer VZB 2003 voor maximaal 37 woongelegenheden met een bijkomende erkenning;
Overwegende dat op 29 april 2019 aan het OCMW Zaventem door het Agentschap Zorg & Gezondheid een voornemen tot planningsvergunning werd verleend voor de realisatie van 3 woongelegenheden met een bijkomende erkenning in het woonzorgcentrum I. Trappeniers, in toepassing van artikelen 4 en 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016 houdende de toekenning en de erkenning van bijkomende en vrijgekomen woongelegenheden woonzorgcentrum met een bijkomende erkenning;
Overwegende dat er door het OCMW Zaventem geen bewaar werd ingediend tegen het voornemen tot planningsvergunning en het voornemen bijgevolg van rechtswege geacht de definitieve beslissing te zijn;
Overwegende dat het Vast Bureau van 6 mei 2019 akkoord ging om voor de verleende planningsvergunning een erkenning aan te vragen ingaand op 1 juli 2019;
Overwegende dat het OCMW Zaventem op 14 mei 2019 een aanvraag tot erkenning van 3 woongelegenheden met een bijkomende erkenning met ingang van 1 juli 2019 heeft ingediend conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016;
Overwegende dat de OCMW-Raad van 28 mei 2019 van deze aanvraag tot erkenning heeft kennisgenomen;
Overwegende dat na onderzoek door het Agentschap Zorg en Gezondheid blijkt dat aan de bijkomende erkenningsvoorwaarden is voldaan;
Gelet dat het Agentschap Zorg en Gezondheid bijgevolg op datum van 26 juni 2019 een bijkomende erkenning heeft verleend voor 3 bijkomende woongelegenheden onder erkenningsnummer VZB 2003 met ingang van 1 juli 2019 zodat de totale capaciteit 40 woongelegenheden met een bijkomende erkenning bedraagt;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2019 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016 houdende de toekenning en de erkenning van bijkomende en vrijgekomen woongelegenheden woonzorgcentrum met een bijkomende erkenning (de vroegere RVT erkenning);
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2019 waarbij 2.938 bijkomende woongelegenheden werden opgenomen in de planning zodat het maximum aantal woongelegenheden met een bijkomende erkenning in woonzorgcentra vanaf 1 juli 2019 wordt vastgelegd op 50.711;
Gelet op het schriftelijk verzoek aan de Voorzitter van de OCMW-Raad vanwege mevrouw Lieve Wierinck, voormalig OCMW-Voorzitter, de dato 5 augustus 2019 teneinde de titel van Erevoorzitter te bekomen;
Gelet op artikel 148 van het Decreet Lokaal Bestuur de dato 22 december 2017;
Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn de dato 2 mei 2018 inhoudende het goedgekeurde reglement voor het bekomen van het Erevoorzitterschap van het OCMW;
Overwegende dat de eretitel van Voorzitter kan worden toegekend aan de afgetreden mandataris die gedurende één legislatuur of ten minste 6 jaar het mandaat van Voorzitter heeft uitgeoefend in het OCMW Zaventem en van onberispelijk gedrag is;
Overwegende dat mevrouw Lieve Wierinck gedurende twee legislaturen, hetzij voor de ganse periode van 2 april 2001 tot en met 31 december 2012, het mandaat van Voorzitter van het OCMW Zaventem heeft uitgeoefend (besluiten van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn de dato 2 april 2001 (eerste bestuursperiode) en 5 januari 2007 (tweede bestuursperiode));
Overwegende dat bij de schriftelijke aanvraag een blanco uittreksel uit het strafregister (gedateerd op 23 juli 2019) werd gevoegd;
Gelet dat de algemeen directeur bevestigt dat aan alle opgelegde voorwaarden voor de toekenning van de eretitel zoals opgenomen in het gezegde reglement, voldaan is;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aanstelling externe arbeidsgeneeskundige dienst (2020-2023)” een bestek met nr. CAD/2019/539/PERS/1286 werd opgesteld door de Centrale Aankoopdienst;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 316.180,68 incl. btw (0% btw);
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking;
Overwegende dat het een gezamenlijke opdracht betreft waarbij het aangewezen is dat Gemeente Zaventem de procedure zal voeren en in naam van OCMW Zaventem en Lokale Politie Zaventem bij de gunning van de opdracht zal optreden;
Overwegende dat gezamenlijk aankopen kan leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 89, § 1, 1° (Sociale en andere specifieke diensten), en inzonderheid artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen;
De voorzitter sluit de zitting op 23/09/2019 om 21:00.
Namens De Raad,
Wim Debruyn
Algemeen Directeur
Natalie Miseur
Voorzitter