De voorzitter opent de zitting op 02/01/2019 om 22:00.
Overwegende dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn , die uit dezelfde leden als de gemeenteraad bestaat, bestaat uit personen van verschillend geslacht en dus geldig is samengesteld.
Overwegende dat alle leden van de gemeenteraad van Zaventem de eed hebben afgelegd als gemeenteraadslid.
Overwegende dat dhr. Jean-Marc Mativa zich heeft laten verontschuldigen en de eed als gemeenteraadslid zal afleggen tijdens de eerstvolgende gemeenteraad.
Gelet op art. 68 van het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur.
Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad dd. 02 januari 2019 betreffende de installatie van de gemeenteraadsleden en vaststelling van hun rangorde.
Overwegende dat de voorzitter van de gemeenteraad van rechtswege ook de voorzitter is van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
Overwegende dat dit in casu mevr. Natalie Miseur is.
Gelet op art. 69 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad van 02 januari 2019 houdende de verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad.
Overwegende dat de burgemeester van rechtswege de voorzitter is van het vast bureau en de schepenen van rechtswege de leden van het vast bureau uitmaken.
Overwegende dat de rang die de burgemeester en schepenen innemen in het college van burgemeester en schepenen van rechtswege de rang is die de leden in het vast bureau innemen.
Overwegende dat het vast bureau nog kan uitgebreid worden met nog één lid wanneer als voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst iemand wordt verkozen die geen lid is van het vast bureau.
Gelet op art. 79 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Gelet op het Ministerieel Besluit van 21 december 2018 houdende de benoeming van Ingrid Holemans tot burgemeester van de gemeente Zaventem.
Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad van 02 januari 2019 tot verkiezing van de schepenen.
Overwegende dat de Algemeen Directeur op 28 november 2018 een akte van voordracht van een kandidaat-voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst ontvangen heeft.
Overwegende dat in deze voordrachtsakte mevr. Hilde Van Craenenbroeck wordt voorgedragen als kandidaat-vooriztter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.
Overwegende dat deze voordrachtsakte tijdig werd ingediend.
Overwegende dat deze voordrachtsakte geen einddatum noch opvolger vermeld.
Overwegende dat de Algemeen Directeur de akte van voordracht van kandidaat-voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst ter zitting overhandigd heeft aan de voorzitter van de eerste vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Overwegende dat de voorzitter van de eerste vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld dat de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst werd ondertekend door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen en door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen.
Overwegende dat bijgevolg deze voordrachtsakte ondertekend werd door alle 12 verkozenen van lijst nr.6 Open VLD en door alle 4 verkozenen van lijst nr.3 CD&V en dus in totaal 16 handtekeningen draagt.
Overwegende dat de voordrachtsakte van kandidaat-voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst aldus ontvankelijk is.
Overwegende dat de voorgedragen kandidate, mevr. Hilde Van Craenenbroeck, voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.
Overwegende dat mevr. Hilde Van Craenenbroeck geen voorzitter of lid van het vast bureau is.
Overwegende dat de kandidaat-voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst de decretaal voorziene eed heeft afgelegd in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn tijdens deze eerste vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Overwegende dat deze eedaflegging ook geldt als eedaflegging voor het mandaat als schepen zoals vermeld in art.42 §1, 3de lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gelet op art. 90 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Overwegende dat het aantal leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, de voorzitter niet inbegrepen, vastgelegd is op 8 leden.
Overwegende dat binnen de 60 dagen na de verkiezingen geen verklaringen tot lijstenverbindingen werden bezorgd aan de Algemeen Directeur.
Overwegende dat de Algemeen Directeur op 29 november 2018 bekendmaakte hoeveel zetels in het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst toekomen aan de verschillende lijsten die aan de lokale verkiezingen deelnamen.
Overwegende dat de zetelverdeling er als volgt uit ziet:
Overwegende dat de volgende lijsten een akte van voordracht bezorgden aan de Algemeen Directeur:
Overwegende dat alle voordrachtsakten minstens 8 dagen vóór de installatievergadering werden bezorgd en dus tijdig werden ingediend.
Overwegende dat alle voordrachtsakten ter zitting werden overhandigd aan de voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
Overwegende dat uit nazicht door de voorzitter blijkt dat alle akten van voordracht ondertekend zijn door de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst die aan de verkiezingen hebben deelgenomen.
Overwegende dat de ingediende akten van voordracht ontvankelijk zijn en de kandidaten dus verkozen kunnen verklaard worden.
Overwegende dat geen van de voorgedragen kandidaat-leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale dienst schriftelijk afstand heeft gedaan van het mandaat.
Overwegende dat dhr. Philippe Laeremans, kandidaat-lid BCSD, verontschuldigd is voor de huidige vergadering; hij zal door de voorzitter van het BCSD en de Algemeen Directeur uitgenodigd worden om de eed af te leggen op een later tijdstip.
Overwegende dat uit onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat de te installeren kandidaat-leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en zich niet in een situatie van onverenigbaarheid bevinden.
Overwegende dat deze kandidaat-leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst de voorgeschreven eed hebben afgelegd in handen van de voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
Overwegende dat voor geen enkele kandidaat-lid een einddatum werd opgenomen in de voordrachtsakte.
Overwegende dat na de installatie van de kandidaten beide geslachten vertegenwoordigd zijn in het het BCSD en deze dus rechtsgeldig is samengesteld.
Gelet op artikelen 87, 88, 92, 93, 94 en 96 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De voorzitter sluit de zitting op 02/01/2019 om 22:30.
Namens De Raad,
Wim Debruyn
Algemeen Directeur
Natalie Miseur
Voorzitter