De voorzitter opent de zitting op 27/04/2020 om 19:30.
De gemeenteraad neemt kennis van de notulen van de gemeenteraadszitting de dato 30 maart 2020.
Gelet op het feit dat de gemeente Zaventem aangesloten is bij TMVW ov;
Gelet op de statuten van TMVW ov;
Gelet op de oproepingsbrief d.d. 30 maart 2020 voor de jaarvergadering van TMVW op vrijdag 19 juni 2020 in Flanders Expo, Maaltekouter 1 te 9051 Gent, waarin de agenda werd meegedeeld als volgt :
1. Toetredingen en uittredingen
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen en uittredingen
3. Verslag van de raad van bestuur over boekjaar 2019
4. Verslagen van de commissaris
5. a. Toewijzing pensioenfonds
b. Goedkeuring van de jaarrekening over boekjaar 2019 afgesloten per 31 december 2019
c. Goedkeuring van de geconsolideerde jaarrekening over boekjaar 2019 afgesloten per 31 december 2019
6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris
7. Statutaire benoemingen
8. Varia en mededelingen;
Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019 waarbij voor de verdere duur van de legislatuur als effectief vertegenwoordiger, de heer A. ÖZKAN, en als plaatsvervangend vertegenwoordiger, de heer B. ABARI, werden aangesteld;
Gelet op het feit dat de gemeente Zaventem voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Iverlek;
Gelet op het feit dat de gemeente Zaventem per aangetekend schrijven van 30 maart 2020 werd opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering tevens jaarvergadering van Iverlek die op vrijdag 12 juni 2020 plaatsheeft in "Waerboomhof", Jozef Mertensstraat 140 te 1702 Groot-Bijgaarden;
Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente Zaventem per brief van 30 maart 2020 overgemaakt werd;
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
Gelet op het feit dat we heden geconfronteerd worden met het coronavirus COVID-19, waarbij het op heden niet vaststaat onder welke vorm deze algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden;
Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst, wordt gevraagd om een expliciete beslissing over alle voorliggende agendapunten. Op deze manier kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een schriftelijke algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019 waarbij voor de verdere duur van deze legislatuur de heer T. SCHEERLINCK, als effectief vertegenwoordiger, en de heer P. OCKERMAN, als plaatsvervangend vertegenwoordiger, werden aangesteld;
Gelet op de beslissing van het college om een tussenkomst te geven in de kosten voor de organisatie van de noodopvang (personeel, materiaal, ...) in de vrije scholen in Zaventem en dat de gemeente Zaventem niet de inrichtende macht is van deze opvang;
Overwegende dat deze nominatieve subsidie niet valt onder de toepassing van een reglement;
Overwegende dat de nominatieve subsidie aan 16 € voor een dag opvang per kind en 8 euro voor een halve dag opvang per kind bedraagt en berust op de volgende objectieve gronden :
De Vlaamse overheid heeft de coördinatie van de noodopvang bij de gemeenten gelegd met de vraag om deze te organiseren in samenspraak met de scholen en de lokale opvanginitiatieven (IBO). De 3 vrije scholen bieden deze opvang. Als gemeente willen we dat deze opvang gratis wordt aangeboden. Om het verlies aan inkomsten te compenseren geeft de gemeente deze toelage. Deze toelage is niet voorzien voor het IBO Het Maandje omdat dit een door Kind en Gezin erkend opvanginitiatief is en hierdoor een financiële compensatie krijgt van Kind en Gezin.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 30 maart 2009 over het algemeen toelagereglement waarin beslist wordt welke artikels van de wet van 14 november 1983 van toepassing zijn;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen op besluiten van de provinciale en gemeentelijke overheden en ocmw’s en de omzendbrief BA 200/08 van 17 november 2000;
Gelet op artikel 40 en 41,23° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen houdende de exclusieve bevoegdheid van de raad over de toekenning van nominatieve subsidies;
Gelet op de aanvraag van Riso Vlaams-Brabant omtrent het bekomen van een financiële tussenkomst voor het laptopproject en dat de gemeente Zaventem niet de inrichtende macht is van de activiteit;
Overwegende dat deze nominatieve subsidie niet valt onder de toepassing van een reglement;
Overwegende dat de nominatieve subsidie aan 750 € bedraagt en berust op de volgende objectieve gronden :
Riso Vlaams-Brabant is aangesteld door de gemeente Zaventem om schoolopbouwwerk te verrichten in Zaventem. De maatregel om de scholen ook na de paasvakantie nog gesloten te houden en de opstart van 'preteaching' maakt gezinnen zonder PC extra kwetsbaar. Riso werkte samen met de gemeente Zaventem een laptopproject uit waarbij oude laptops van bedrijven en particulieren worden ingezameld om ze dan terug gebruiksklaar te maken.
Riso vraagt aan de gemeente Zaventem een budget van 750 euro voor de aankoop van licenties en harde schijven.
Gelet op de bespreking en akkoord op het college van 6/4 en de formele beslissing op het college van 20/4.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 30 maart 2009 over het algemeen toelagereglement waarin beslist wordt welke artikels van de wet van 14 november 1983 van toepassing zijn;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen op besluiten van de provinciale en gemeentelijke overheden en ocmw’s en de omzendbrief BA 200/08 van 17 november 2000;
Gelet op artikel 40 en 41,23° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen houdende de exclusieve bevoegdheid van de raad over de toekenning van nominatieve subsidies;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 30 maart 2009 over het algemeen toelagereglement waarin beslist wordt welke artikels van de wet van 14 november 1983 van toepassing zijn;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen op besluiten van de provinciale en gemeentelijke overheden en ocmw’s en de omzendbrief BA 200/08 van 17 november 2000;
Gelet op artikel 40 en 41,23° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen houdende de exclusieve bevoegdheid van de raad over de toekenning van nominatieve subsidies;
Gelet op de aanvraag van de culturele verenigingen Zaventem omtrent het bekomen van een financiële tussenkomst voor 2020 ;
Overwegende dat deze toelage niet valt onder de toepassing van een reglement maar wel als aparte nominatieve lijst bij het budget werd opgenomen;
Overwegende dat de toelage aan de culturele verenigingen Zaventem gebeurt volgens het overzicht hieronder;
Overwegende dat dit overzicht werd voorgelegd aan de cultuurraad en deze akkoord ging met onderstaande verdeling;
Gelet op het feit dat de nodige kredieten zijn ingeschreven (MJP 847 met een budget van € 20500) van het budget 2020;
Gelet op de aanvraag van de Cultuurraad Zaventem omtrent het bekomen van een financiële tussenkomst voor 2020 voor werkingskosten en dat de gemeente Zaventem niet de inrichtende macht is van deze activiteiten;
Overwegende dat deze nominatieve subsidie niet valt onder de toepassing van een reglement;
Overwegende dat de nominatieve subsidie aan de Cultuurraad € 9173 bedraagt en berust op de volgende objectieve gronden : tussenkomst in werkingskosten
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 30 maart 2009 over het algemeen toelagereglement waarin beslist wordt welke artikels van de wet van 14 november 1983 van toepassing zijn;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen op besluiten van de provinciale en gemeentelijke overheden en ocmw’s en de omzendbrief BA 200/08 van 17 november 2000;
Gelet op artikel 40 en 41,23° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen houdende de exclusieve bevoegdheid van de raad over de toekenning van nominatieve subsidies;
Gelet op de aanvraag van de cultuurraad Zaventem omtrent het bekomen van een financiële tussenkomst voor 2020 voor hun werkingskosten en dat de gemeente Zaventem niet de inrichtende macht is van deze activiteiten;
Overwegende dat de toelage aan de cultuurraad Zaventem € 9.173,00 bedraagt;
Gelet op het feit dat de nodige kredieten zijn ingeschreven onder MJP 846 van het budget van 2020.
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 16 maart 2020, houdende : fietspad Tramlaan en Wezembeekstraat;
Gelet op het feit dat de aanleg van het fietspad in de Tramlaan (tussen de L. Nantierlaan en de Molenstraat) voor 100% gesubsidieerd wordt+ 4% subsidies voor de ontwerper;
Gelet op het feit dat de aanleg van het fietspad in de Wezembeekstraat/J.F. Kennedylaan (tussen de Leuvensesteenweg en de Tramlaan) voor 90% gesubsidieerd is, exclusief subsidies voor de ontwerper;
Gelet op het onderzoek van de Werkvennootschap, waarbij er de intentie is om de fietssnelweg van de Tramlaan aan te passen naar een bovenlokale fietsroute met een lagere subsidies tot gevolg;
Overwegende dat de fietspaden gerealiseerd kunnen worden binnen de bestaande rooilijn en het openbaar domein;
Overwegende dat het te realiseren fietspad in de Tramlaan een minimale breedte zal hebben van 3,5 meter a 4 meter en een lengte heeft van 1,85 kilometer;
Overwegende dat het huidige fietspad in de Tramlaan 1,6 meter breed is en als tweerichtingsfietspad fungeert;
Overwegende dat er geen fietspad is in de Wezembeekstraat / J.F. Kennedylaan tussen de Leuvensesteenweg en de Tramlaan;
Overwegende dat het te realiseren fietspad in de Wezembeekstraat – J.F. Kennedylaan een minimale breedte zal hebben van 1,75 meter en het voorziene stuk een lengte heeft van 1,17 kilometer;
Gelet op de meerjarenbegroting en de opgenomen gelden inzake de HST Fietsroute, fase 3, doortocht Zaventem, meer bepaald de uitgaven - MJP00418;
Gelet op de meerjarenbegroting en de opgenomen gelden inzake de HST Fietsroute, fase 3, doortocht Zaventem, meer bepaald de subsidies, MJP000401;
Overwegende dat het aangewezen is om de de ingeschreven gelden inzake de HST Fietsroute, fase 3, doortocht Zaventem, te heroriënteren de nieuwe acties :
- AC 000333 – Fietspad Tramlaan , vanaf Zavelstraat tot Kraainem
- AC 000334 – Fietspad Wezembeekstraat, vanaf de Leuvensesteenweg tot aan de Tramlaan
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 06 april 2020, houdende : “ Sterrebeek :- Aanleggen van een fietspad Tramlaan – fietssnelweg F203 (tussen L. Nantierlaan en Molenstraat)
- Aanleggen van een fietspad Wezembeekstraat/J.F. Kennedylaan (tussen Leuvensesteenweg en Tramlaan) – verschuiving budgetten in meerjarenplan";
Gehoord het College van Burgemeester en Schepenen.
Gelet op het gesubsidieerde fietspadennetwerk, voor Zaventem
Gelet op het provinciaal reglement voor het toekennen van subsidies voor de aanleg en herinrichting van fietsinfrastructuur op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF-Fietsfonds);
Gelet op het provinciaal reglement voor het toekennen van subsidies voor de aanleg en herinrichting van Fietssnelwegen;
Gelet op het vademecum Fietsvoorzieningen
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 16 maart 2020, houdende : “fietspad Tramlaan en Wezembeekstraat”;
Gelet op het feit dat de aanleg van het fietspad in de Tramlaan (tussen de L. Nantierlaan en de Molenstraat) voor 100% gesubsidieerd wordt+ 4% subsidies voor de ontwerper;
Gelet op het feit dat de aanleg van het fietspad in de Wezembeekstraat/J.F. Kennedylaan (tussen de Leuvensesteenweg en de Tramlaan) voor 90% gesubsidieerd is, exclusief subsidies voor de ontwerper;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Sterrebeek : Aanleggen van een fietspad Tramlaan - fietssnelweg F 203 (tussen L. Nantierlaan en Molenstraat) - Aanleggen van een fietspad Wezembeekstraat/J.F. Kennedylaan (tussen Leuvensesteenweg en Tramlaan) - Aanstellen ontwerper” een bestek met nr. 2020 -1436 werd opgesteld door de Dienst Omgeving;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;
Overwegende dat een deel van de kostprijs betaald wordt door TMVW-Farys, Stropstraat 1 te 9000 Gent;
Overwegende dat het een gezamenlijke opdracht betreft waarbij het aangewezen is dat Gemeentebestuur Zaventem - ow de procedure zal voeren en in naam van TMVW-Farys bij de gunning van de opdracht zal optreden;
Overwegende dat gezamenlijk aankopen kan leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 27 april 2020, houdende : “Sterrebeek – Aanleggen van een fietspad Tramlaan – fietssnelweg F203 (tussen L. Nantierlaan en Molenstraat) – Aanleggen van een fietspad Wezembeekstraat/J.F. Kennedylaan (tussen Leuvensesteenweg en Tramlaan) – Interne verschuiving budgetten in Meerjarenplan”;
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 14/4/2020, houdende : “Sterrebeek : Aanleggen van een fietspad Tramlaan - fietssnelweg F 203 (tussen L. Nantierlaan en Molenstraat) - Aanleggen van een fietspad Wezembeekstraat/J.F. Kennedylaan (tussen Leuvensesteenweg en Tramlaan) - Aanstellen ontwerper. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze”;
Gehoord het College van Burgemeester en Schepenen.
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36, en inzonderheid artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het e-mailbericht (met bijhorend voorstel van inplanting) van 27 maart 2020 van FLUVIUS – Dienst Patrimonium, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven (Wilsele), betreffende verzoek tot het ter beschikking stellen aan IVERLEK via een erfpachtovereenkomst van een perceeltje grond voor de plaatsing van een nieuwe bovengrondse MS-distributiecabine met een voorziene oppervlakte van 30,00 m² en gelegen in het openbaar domein van de wegenis J.F. Kennedyplein, aangezien de huidige cabine nr. 22009 aan vervanging toe is;
Gelet op het omgeving- & inplantingsplan, opgesteld door Drawing Assistance bvba Landmetersbureel uit Hulshout, op datum van 10 augustus 2018 met referentie 2018.08/08;
Gelet op de ontwerp-voorlopige erfpachtovereenkomst, opgemaakt op 27 maart 2020, voor een perceel grond voor een MS-distributiecabine te J.F. Kennedyplein, waarbij voorgesteld wordt om ter erkenning van het eigendomsrecht aan de erfpachtgever een enige vergoeding van 99,00 €/m² te betalen bij ondertekening van de authentieke akte;
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 6 april 2020 2019 houdende principieel akkoord, onder voorbehoud van bekrachtiging door de gemeenteraad, om een grondperceeltje, gelegen in het openbaar domein van de wegenis J.F. Kennedyplein, met een grondoppervlakte van 30,00 m², in erfpacht te geven aan Iverlek;
Overwegende dat door de begunstigde van het erfpachtrecht een aantal voorwaarden moeten worden nageleefd zoals opgenomen in de voorlopige erfpachtovereenkomst;
Overwegende dat Iverlek alle kosten ten hare laste neemt, waaronder de opmaak van het aanvraagdossier, het opmetingsplan, de opmaak authentieke akte erfpacht, enz…;
Overwegende dat de vestiging van erfpacht definitief zal vastgelegd worden bij notariële akte;
Gehoord het College van Burgemeester en Schepenen.
Gelet op het Decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op artikel 326 tot en met 334 van het Decreet over het lokaal bestuur houdende algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het Vlaams bestuursdecreet betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op de éénzijdige verkoopbelofte van de eigenaar, de BVBA F.B.F., van 11 maart 2020, voor het kadastraal perceel nummer 3 A 110 B tegen de prijs van 35.505,00 euro, hetzij 5,00 euro per m² volgens kadastrale oppervlakte;
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen, punt CBS/2020/102, van 20 januari 2020, houdende onderzoek inzake verwervingen F3 Route in Nossegem;
Gelet op de kadastrale legger en het kadastraal plan, waarbij het perceel een oppervlakte bezit van 71a 01ca volgens kadastrale legger;
Overwegende de wenselijkheid om het aangeboden perceel onderhands te verwerven in het kader van het onderzoek en de latere aanleg “Tracé F3 route”;
Overwegende dat de gemeente Zaventem overeenkomstig de bepalingen van het provinciaal reglement dienaangaande subsidies kan aanvragen voor de aanleg en herinrichting van fietssnelwegen bij de Provincie Vlaams-Brabant;
Gehoord en op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen.
Gelet op het decreet lokale besturen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur;
Gelet op het decreet van de Vlaamse Regering van 20 maart 2009, en latere wijzigingen, betreffende het mobiliteitsbeleid;
Gelet op het decreet van de Vlaamse Regering van 12 juni 2019, en latere wijzigingen, betreffende de basisbereikbaarheid;
Gelet op het provinciaal reglement voor het toekennen van subsidies voor de aanleg en herinrichting van fietssnelwegen, goedgekeurd op 21 januari 2020;
Gelet op het Landinrichtingsproject Plateau van Moorsel – Openruimte netwerk Woluwebekken – Kleine Maelbeek en Vuilbeek;
Gelet op de verklaring tot instemming door het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 16 maart 2009 voor de uitvoering van het inrichtingsplan Fietslinken in het openruimtenetwerk in het kader van het landinrichtingsproject “Plateau van Moorsel”;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 juni 2009, gewijzigd 7 december 2009, tot goedkeuring van het inrichtingsplan Fietslinken in het openruimtenetwerk Plateau van Moorsel van het inrichtingsproject landinrichting Open ruimtenetwerk in het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel;
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 27 april 2010 betreffende de goedkeuring van de ontwerpovereenkomst tussen de VLM en de gemeente Zaventem inzake het aanleggen van fietspaden en de verbintenissen inzake de noodzakelijke grondverwervingen;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad in zitting van 19 september 2011 houdende de instemming van de gemeente Zaventem met het uitvoerings- en financieringsplan van het landinrichtingsproject “Plateau van Moorsel” – inrichtingsplan “Kleine Maelbeek en Vuilbeek” en om zich ertoe te verbinden om deze goederen over te nemen van de Vlaamse Landmaatschappij;
Gelet op het aangetekend schrijven van de Vlaamse Landmaatschappij van 15 oktober 2019 aangaande de toelating om het perceel, gekend ten kadaster Zaventem, 4de Afdeling (Sterrebeek), Sectie E, nummer 122B, en gelegen in het landinrichtingsproject “Plateau van Moorsel”, inrichtingsplan, “Kleine Maelbeek en Vuilbeek”, over te dragen aan de gemeente Zaventem tegen de bijdrage van 2.659,37 euro;
Gelet op het Proces-verbaal van meting, opgemaakt door studieburo Quadrant uit Kortenberg, op datum van 15 juni 2018, waarbij het aan de gemeente aangeboden perceel aangeduid in gele kleur, een oppervlakte bekomt van 7a 49ca;
Gelet op het e-mailbericht van mevrouw Hilke Elsen, Commissaris Vlaamse overheid, Afdeling Vastgoedtransacties van 21 januari 2020, waarbij zij laat weten dat zij door de Vlaamse Landmaatschappij gelast is met het opmaken van de akte van deze opdracht;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad in zitting van 30 maart 2020, houdende principebesluit verwerving perceel grenzend aan Sterea-project (E 122B), eigendom Vlaamse Landmaatschappij;
Gelet op het uittreksel uit de kadastrale legger en het kadastraal percelenplan;
Gelet op de ontwerp-akte, opgemaakt door de Afdeling Vastgoedtransacties, Koning Albert II-laan 35 bus 62 te 1030 Brussel, hiertoe gelast door de Vlaamse Landmaatschappij nv;
Overwegende dat deze goederen worden overgedragen tegen de procentuele bijdrage van 50% zoals vastgesteld in het financieringsplan van het goedgekeurde inrichtingsplan “Kleine Maelbeek en Vuilbeek” van 21 december 2012;
Overwegende dat de voorwaarden van de aankoop vastgesteld moeten worden;
Gehoord en op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen;
Gelet op het decreet lokale besturen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur;
Gelet op het Burgerlijk Wetboek, artikelen 1582 t.e.m. 1701;
Gelet op de thans van kracht zijnde statuten van Haviland zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 21 november 2019;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 4 van haar statuten Haviland tot doel heeft haar deelnemers bij te staan bij de uitvoering van hun taken door het verlenen van ondersteunende diensten, door de samenwerking tussen de gemeenten te bevorderen en door de ontwikkelingsinitiatieven in het belang van de groep van de aangesloten gemeenten en de regio ervan te nemen en/of te bestendigen binnen bepaalde beleidsdomeinen, waaronder openbare werken en projecten;
Gelet op de mogelijkheid van Haviland om, conform hogervermelde statuten, diensten te leveren in het belang van de aangesloten gemeenten, dit onder meer inzake
openbare werken en de technische en administratieve begeleiding bij projecten;
Dat de gemeente Zaventem als deelnemer van de dienstverlenende vereniging Haviland in de mogelijkheid is om een beroep te doen op deze diensten van de vereniging;
Overwegende dat de toewijzing van de opdracht door de gemeente aan Haviland niet onderworpen is aan de wetgeving overheidsopdrachten, op grond van de in-house-vrijstelling overeenkomstig artikel 30 van de Wet Overheidsopdrachten van 17 juni 2016;
Dat op eventuele in opdracht van Haviland als aanbestedende overheid door derden uit te voeren leveringen, diensten of werken de wetgeving overheidsopdrachten wel onverkort van toepassing is, dit zowel wat betreft de plaatsing als de uitvoering van de opdracht;
Overwegende dat Haviland omwille van jarenlange ervaring in de begeleiding van de bouw van openbare gebouwen en haar technische expertise binnen het personeelsbestand de gemeente het best kan bijstaan in de projectbegeleiding met betrekking tot dit project;
Dat de gemeenteraad het dan ook aangewezen acht om voornoemde diensten toe te kennen aan Haviland overeenkomstig de modaliteiten zoals beschreven in de als bijlage toegevoegde overeenkomst, dit gelet op de expertise van Haviland op dit terrein;
Gelet op de voorgelegde samenwerkingsovereenkomst dienstverlening "Projectregie renovatie bibliotheek" tussen de gemeente Zaventem en Haviland;
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 14/4/2020 , houdende :"Zaventem – Renovatie- en herinrichtingswerken bibliotheek en de kunstacademie – W. Lambertstraat 1- Verlenen van een “in-house opdracht aan Haviland Intercommunale IgSv - Goedkeuring overeenkomst “Projectregie” tussen de gemeente Zaventem en Haviland Intercommunale IgSv";
Gehoord het College van Burgemeester en Schepenen.
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40, 41 en 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (B.S. 21.06.2013);
Gelet op de Wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten (B.S. 14 juli 2016) hierna ook Wet Overheidsopdrachten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (B.S. 14 februari 2013), hierna ook KB Uitvoering.;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing klassieke sectoren (B.S. 09 mei 2017) hierna ook KB plaatsing klassieke sectoren;
Gelet op de wijziging van het decreet intergemeentelijke samenwerking (DIS) zoals goedgekeurd door het Vlaams Parlement op datum van 27 april 2016;
In het kader van de opmaak van de aankoopprocedure is het noodzakelijk de voorwaarden voor het verlenen van visum door de financieel directeur vast te leggen.
Daarbij is het wenselijk een evenwicht te vinden tussen de werkbaarheid van het systeem en het beperken van risico’s.
In het kader van een algemeen financieel management waarbij een zo groot mogelijke transparantie gecreëerd wordt ten aanzien van de uitgaven en ontvangstencyclus, zal voor alle uitgaven (exploitatie en investeringsuitgaven) een visum vereist zijn van de financieel directeur, met uitzondering van uitgaven in het kader van overheidsopdrachten lager of gelijk aan 30 000 € excl. BTW[1] (grensbedrag voor aangenomen factuur)
Op 1 januari 2019 is het decreet lokaal bestuur in voege getreden met betrekking tot de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole (visum).
Nieuw hierin is:
• Er kan een voorwaarde gekoppeld worden aan het visum
• Een investeringssubsidie kan vrijgesteld worden tot 10 000 euro
• Bepaalde zaken worden geregeld in het organisatiebeheerssysteem (OBS).
Artikel 266 van het decreet lokaal bestuur vermeldt dat:
Overeenkomstig artikel 176 van het decreet lokaal bestuur rapporteert de financieel directeur aan de algemeen directeur over de vermelde taken, in het bijzonder met betrekking tot financiële beleidsadvisering;
Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur vermeldt dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid aan de bevoegde beleidsorganen rapporteert over de voorafgaande krediet- en wetmatigheid- en regelmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact.
Artikel 99 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen bepaalt dat de raad de volgende categorieën van verrichtingen niet kan uitsluiten van visumplicht:
Het bestuur kan opteren om deze maximumbedragen te verlagen.
[1] Onder het bedrag van € 30 000 geldt eveneens de verplichting van voorafgaande krediet- en wetmatigheid- en regelmatigheidscontrole. Het aanvragen van deze voorafgaande controle gebeurt conform de gemaakte afspraken binnen het organisatiebeheerssysteem.
Decreet lokaal bestuur, artikel 176, 3° betreffende het verstrekken van financiële beleidsadvisering in de ruimste zin door de financieel directeur;
Decreet lokaal bestuur, artikel 177, 1° betreffende de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact door de financieel directeur;
Decreet lokaal bestuur, artikel 266, § 1 betreffende de verplichting van een voorafgaand visum met betrekking tot financiële verbintenissen door de financieel directeur;
Decreet lokaal bestuur, artikel 266, §2 betreffende het bepalen van de nadere voorwaarden door de gemeenteraad waaronder de financieel directeur zijn visum verleent;
Decreet lokaal bestuur, artikel 266, §2 betreffende de mogelijke uitsluiting van visumverplichting met betrekking tot bepaalde categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur door de gemeenteraad, binnen de perken vastgelegd door de Vlaamse regering;
Decreet lokaal bestuur, artikel 267, waarbij, ingeval de financieel directeur weigert om een visum te verlenen aan een voorgenomen verbintenis, het college van burgemeester en schepenen op eigen verantwoordelijkheid kan viseren.
Overeenkomstig artikel 272 decreet lokaal bestuur kan binnen het organisatiebeheersingssysteem een regeling uitgewerkt worden betreffende het ter beschikking stellen van provisies aan personeelsleden voor het betalen van geringe exploitatie-uitgaven die voor de goede werking van de dienst onmiddellijk moeten worden gedaan. De algemeen directeur staat in voor het organisatiebeheersingssysteem overeenkomstig artikel 2017 tot en met 220 van het decreet lokaal bestuur. Het algemeen kader werd door de gemeenteraad goedgekeurd in vergadering van
Aangezien het decreet lokaal bestuur het betalen van geringe exploitatie -uitgaven via provisie niet langer beperkt tot exploitatie-uitgaven die zonder uitstel moeten worden gedaan, is het voor de goede werking van de gemeente aangewezen om het begrip geringe exploitatie-uitgaven die voor de goede werking van de dienst onmiddellijk moeten worden gedaan, te bepalen.
In het kader van een algemeen financieel management waarbij een zo groot mogelijke transparantie gecreëerd wordt ten aanzien van de uitgaven en ontvangstencyclus, is het wenselijk de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van een provisie voor het betalen van een geringe exploitatie-uitgaven vast te leggen.
Daar de algemeen directeur de eindverantwoordelijkheid draagt van het organisatiebeheersingssysteem waarin de nadere regels omtrent het provisiebeheer worden vastgelegd, wordt bij beslissingsbevoegdheid van de algemeen directeur ingeval van niet-aanvaarde uitgaven, voorbij gegaan aan het principe van functiescheiding. Daarbij is het wenselijk een evenwicht te vinden tussen de continuïteit van de werking van de gemeentelijke diensten en het beperken van risico’s.
Tot slot dienen de procedures betreffende niet-aanvaarde uitgaven, diefstal of verlies en onregelmatigheden zo veel mogelijk op elkaar te worden afgestemd. Dit maakt immers dat er minder verschillende procedures zijn en de mogelijkheid tot fouten in de procedures kleiner wordt.
Decreet lokaal bestuur, artikel 218 betreffende de invulling van het organisatiebeheersingssysteem
Decreet lokaal bestuur, artikel 272 betreffende het ter beschikking stellen van provisies aan personeelsleden.
Omzendbrief ABB 2006/19 aangaande het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de mogelijkheid om de dringende en onmiddellijke uitgaven met een debet- of een kredietkaart te verrichten
Gemeenteraadsbeslissing dd. 22.05.2017 houdende de vaststelling van de voorwaarden voor kasprovisie;
De gemeente wenst activiteiten in het algemeen belang te ondersteunen en stimuleren.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen definieert een subsidie als elke tegemoetkoming, elk voordeel of elke hulp, ongeacht de vorm of de benaming ervan, met inbegrip van de zonder intrest verleende terugvorderbare voorschotten;
Een subsidie aan derden kan verstrekt worden op basis van volgende rechtsgronden:
Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad exclusief bevoegd is voor:
Met het oog op duidelijkheid en een efficiënte werking is het noodzakelijk het algemeen gemeentelijk subsidiereglement aan te passen aan de regelgeving van het decreet lokaal bestuur. Daarbij is het wenselijk een evenwicht te vinden tussen de werkbaarheid van het systeem en het beperken van risico’s.
In het kader hiervan en rekening houdende met de motiveringsplicht, is het aangewezen om subsidiereglementen uit te werken waarin een duidelijke omschrijving van de doelgroep van begunstigden, de toekenningsvoorwaarden en berekeningswijze van de subsidie wordt opgenomen.
Voorliggend algemeen gemeentelijk subsidiereglement is van toepassing indien volgende rechtsgronden niet voorliggen:
Tot slot zal, in het kader van een algemeen financieel management waarbij een zo groot mogelijke transparantie gecreëerd wordt ten aanzien van de uitgaven en ontvangstencyclus, voor elke toekenning van toelagen en subsidies het visum vereist zijn van de financieel directeur
Decreet lokaal bestuur, artikel 40§3 betreffende de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van reglementen
Decreet lokaal bestuur, artikel 41, 23° betreffende de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies;
Wet van 14.11.1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies;
De voorgaande gemeenteraadsbeslissing dd. 30.03.2009 houdende het algemeen gemeentelijk toelagereglement;
Context en situering:
In zitting van de gemeenteraad van 27 april 2020 wordt het reglement tot vaststelling van de facturatie- en betalingsvoorwaarden van niet-fiscale en fiscale ontvangsten goedgekeurd;
In voormelde beslissing wordt een eenvormige invorderingsprocedure vastgelegd voor:
Alle niet-fiscale ontvangsten die voortvloeien uit door de gemeenteraad vastgestelde retributie- en tariefreglementen;
Alle fiscale vorderingen die voortvloeien uit door de gemeenteraad goedgekeurde belastingreglementen
Alle GAS-boetes die opgelegd zijn door de gemeentelijk sanctionerend ambtenaar;
Overeenkomstig bovenvermeld reglement tot vaststelling van de facturatie- betalingsvoorwaarden van niet-fiscale en fiscale ontvangsten en GAS-boetes, wordt bij niet-betaling binnen de betaaltermijn na de 1ste betalingsherinnering een 2de keer herinnerd; Deze 2de herinnering wordt per aangetekende zending verstuurd;
Vaak gaat het om facturen met heel kleine bedragen en de facturatie- en betalingsopvolging veroorzaakt personeelskosten en administratieve kosten;
Het bestuur stelt echter vast dat er een toenemend aantal gevallen van betalingsachterstand zijn, zowel bij niet-fiscale als bij fiscale vorderingen, waardoor de kosten voor de betalingsopvolging verhoudingsgewijs sterk toenemen;
Het is bijgevolg aangewezen om bij het aanmanen van de betalingsachterstand ook administratiekosten aan te rekenen;
Sinds 1 mei 2017 is de bepaling over het aanrekenen van kosten van de aangetekende zending geschrapt uit het WIB 1992 en dienen de administratiekosten in een retributiereglement te worden vastgelegd.
Het is echter zinvol om de kosten in het kader van de invorderingsprocedure voor fiscale vorderingen af te stemmen op de retributies voor niet-fiscale vorderingen;
Een reglement maakt een eenvormige aanrekening van kosten mogelijk; Deze eenvormigheid is ook duidelijker voor de burger die belastingen dient te betalen;
Dit zijn in hoofdzaak bijkomende kosten waarvoor het aangewezen is om deze te verhalen op de debiteuren die ze veroorzaken;
Deze invorderingskosten staan echter op geen enkele wijze in relatie tot de bedragen van de in te vorderen facturen; Deze invorderingskosten zijn immers identiek voor facturen met kleine en grote bedragen; Bijgevolg dient geen onderscheid gemaakt te worden tussen de in te vorderen facturen bij het verhalen van deze kosten;
Het doel daarvan is te zorgen voor een doeltreffend afschrikkingseffect ten opzichte van wanbetalers teneinde het aantal gevallen van betalingsachterstand te verminderen
Wetboek Inkomstenbelastingen 1992 en latere wijzigingen;
Decreet lokaal bestuur, artikel 177 en 218 en latere wijzigingen;
Gemeenteraadsbeslissing van 22 oktober 007 houdende aanrekening van kosten bij aangetekende ingebrekestelling bij inning achterstallige niet-fiscale vorderingen ;
Context en situering:
Overeenkomstig artikel 218 van het decreet lokaal bestuur bepaalt het organisatiebeheersingssysteem op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt georganiseerd.
Uit de memorie van toelichting bij het decreet lokaal bestuur blijkt dat het de bedoeling van de wetgever was om aandacht te besteden aan het kader voor het financieel management en de financiële rapportering, in het bijzonder, wie verantwoordelijk is voor de facturatie van de te ontvangen bedragen en onder welke voorwaarden dat gebeurt.
Artikel 177 vermeldt dat “De financieel directeur in volle onafhankelijkheid instaat voor 2° het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en het verlenen van kwijting”.
Niet-fiscale vorderingen ontstaan uit een gemeentelijke dienstverlening of levering op verzoek van een derde die weet dat daarvoor een retributie verschuldigd is; Diensten of leveringen worden verstrekt hetzij tegen contante betaling, hetzij mits nazending van een factuur;
Uitgaande facturatie is enkel mogelijk op basis van door de gemeenteraad vastgestelde retributiereglementen; De factuurvoorwaarden zijn echter in diverse retributiereglementen opgenomen en kunnen bijgevolg onderling verschillen; Ingeval van afwijking in specifieke retributiereglementen, primeert bijgevoegd reglement.
De uitgaande facturatie en betalingsopvolging gebeurt via specifieke software waarvoor eenvormigheid noodzakelijk is, zowel op het vlak van de facturatievoorwaarden als van de invorderingsmodaliteiten;
Een eenvormige procedure biedt immers meer houvast aan de diensten van het bestuur; Deze eenvormigheid is ook duidelijker voor de burger die de facturen dient te betalen;
Een reglement dat de facturatie en betalingsvoorwaarden vastlegt is echter gemakkelijk vertaalbaar naar de software; Op die manier wordt de facturatie en betalingsopvolging eenvoudiger;
Een gemeentebelasting is een verplichte bijdrage aan de algemene uitgaven van de gemeente, opgelegd door de gemeenteraad. Bijgevolg is er geen individueel aanwijsbare tegenprestatie van de overheid.
Belastingen worden geheven hetzij op basis van een belastingkohier, hetzij contant geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs;
De aanrekening van belastingen is enkel mogelijk op basis van door de gemeenteraad vastgestelde belastingreglementen; De heffingsvoorwaarden zijn echter in diverse belastingreglementen opgenomen en kunnen bijgevolg onderling verschillen; Ingeval van afwijking in specifieke belastingreglementen, primeert bijgevoegd reglement.
Het is zinvol om de invorderingsprocedure voor fiscale vorderingen af te stemmen op de procedure voor niet-fiscale vorderingen;
Een reglement maakt een eenvormige procedure mogelijk. Deze eenvormigheid is ook duidelijker voor de burger die belastingen dient te betalen;
Ten slotte is het zinvol om een invorderingsprocedure te bepalen bij niet-betaling van een GAS-boete, opgelegd door de provinciaal sanctionerend ambtenaar;
Aan het opleggen van een GAS-boete gaat een procedure met mogelijkheden tot verweer vooraf; Bijgevolg is het hanteren van een korte betaaltermijn en een invorderingsprocedure met één herinnering verdedigbaar.
Een reglement maakt een eenvormige procedure mogelijk;
Wetboek Inkomstenbelastingen 1992 en latere wijzigingen;
Decreet lokaal bestuur, artikel 177 en 218 en latere wijzigingen;
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, artikel 11 en latere wijzigingen
Uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992
Context en situering:
Overeenkomstig artikel 218 van het decreet lokaal bestuur bepaalt het organisatiebeheersingssysteem op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt georganiseerd.
Uit de memorie van toelichting bij het decreet lokaal bestuur blijkt dat het de bedoeling van de wetgever was om aandacht te besteden aan het kader voor het financieel management en de financiële rapportering, in het bijzonder wie verantwoordelijk is voor de kasverrichtingen en onder welke voorwaarden die gebeuren.
Overeenkomstig de geest van het decreet is het bepalen van de voorwaarden waaronder sommige personeelsleden kunnen worden belast met de inning van geringe dag-ontvangsten noodzakelijk voor de goede werking van de gemeente;
Daar de algemeen directeur de eindverantwoordelijkheid draagt van het organisatiebeheersingssysteem waarin de nadere regels omtrent het kasbeheer worden vastgelegd, wordt bij beslissingsbevoegdheid van de algemeen directeur ingeval van tekort, diefstal of verlies, voorbij gegaan aan het principe van functiescheiding.
Bijgevolg is het aangewezen om ingeval van tekort, diefstal of verlies, het college van burgemeester en schepenen te laten beslissen over de aansprakelijkheid en te vereffenen tekort en om een beroepsprocedure te voorzien bij de gemeenteraad die dan de definitieve beslissing neemt.
Overeenkomstig artikel 218 van het decreet lokaal bestuur bepaalt het organisatiebeheersingssysteem op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt georganiseerd.
Uit de memorie van toelichting bij het decreet lokaal bestuur blijkt dat het de bedoeling van de wetgever was om aandacht te besteden aan het kader voor het financieel management en de financiële rapportering, in het bijzonder de regels voor de kredietbewaking.
In het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus (BVR BBC) worden de complexe regels voor kredietbewaking en de daaraan gekoppelde aanpassing van meerjarenplan sterk vereenvoudigd. De nadruk wordt verlegd van de kredietbewaking naar de rapporteringsverplichtingen aan de raad.
Het nieuwe besluit legt de kredieten vast op het totaal van de exploitatie- en het totaal van de investeringsuitgaven.
Bij investeringen vallen investeringsenveloppen en verbinteniskredieten weg, wat de kredietcontrole bij investeringen veel eenvoudiger maakt.
Tot slot, is bij exploitatie compensatie van meeruitgaven door meer-ontvangsten niet meer mogelijk. M.a.w. men mag enkel schuiven in de uitgaven zelf, waarbij het totaal van de exploitatie- of investeringsuitgaven in een boekjaar niet mag verhogen. Er wordt bijgevolg in BBC 2020 geen melding meer gemaakt van budgetwijzigingen (interne kredietaanpassing, aanpassing raming en budgetwijziging) maar enkel van een kredietverschuiving enerzijds en een aanpassing van meerjarenplan anderzijds.
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus bepaalt dat elk bestuur de kredietbewaking zelf moet organiseren en op maat van de eigen organisatie regels uitwerken die nodig zijn om ramingen en kredieten goed te kunnen opvolgen en beheren, meer in het bijzonder een afsprakenkader voor de mogelijkheden om ramingen te kunnen verschuiven.
De financiële dienst heeft volgend voorstel uitgewerkt:
Algemene uitgangspunten:
Kredietverschuiving:
UItzonderingen : nooit verschuivingen mogelijk zonder akkoord personeelsdienst van lonen naar andere budgetsleutels of zonder akkoord fin. dienst van toelagen of energiekosten naar andere budgetsleutels; de fin. dienst kan steeds budgetsleutels uitsluiten van kredietverschuiving zonder akkoord. Hierover beslist de Financieel directeur
investeringen : tussen alle budgetsleutels kan verschoven worden mits akkoord van dienst fin. indien het gaat over toewijzen van kleine overschotten. Voor andere verschuivingen steeds een collegebeslissing nodig door de dienst opgemaakt aan de hand van het (gewijzigd) sjabloon.Opmerkingen :
Aanpassing van meerjarenplan:
Om ervoor te zorgen dat er minder aanpassingen van het meerjarenplan nodig zijn en mede op basis van het advies van de toezichthoudende overheid om te komen tot één aanpassing van het meerjarenplan per jaar, stelt de financiële dienst ter zake het volgende voor:
De financiële dienst stelt voor beschreven interne controlemaatregelen op te nemen in het Organisatiebeheersysteem (OBS)
In het kader van de tweede mobiliteitscyclus van 2020 wordt door de Federale Politie, Directie van de Mobiliteit en het Loopbaanbeheer (DSP) gevraagd om de vacante betrekkingen te melden en dit tegen uiterlijk 10 april 2020;
Gelet op het K.B. van 20 december 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel personeel en van het administratief en logistiek personeel waarbij het minimaal effectief voor de PZ Zaventem gebracht wordt op 79 operationele personeelsleden;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 22 mei 2017 punt 106 waarbij de personeelsformatie
van de lokale politie Zaventem wordt uitgebreid naar 101 personeelsleden in het operationeel
kader en 20 personeelsleden in het administratief- en logistiek kader;
Overwegende dat er in 2020 vijf mobiliteitscycli georganiseerd worden, volgen de data voor het overmaken van de behoeftebepalingen van de zone aan de Directie van de Mobiliteit en Personeelsbeer (DSP) elkaar in een sneltempo op;
Gelet op het advies van de korpschef om volgende betrekkingen vacant te verklaren in de tweede mobiliteitscyclus van 2020:
In het Operationeel kader:
Eén betrekking van commissaris van politie “directeur wijk en onderzoek”
- Betreft geen gespecialiseerde betrekking
- Voorrang voor de “Oud Brusselaars”
- Voorzien in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus.
Eén betrekking van commissaris van politie “algemeen toezicht”
- Betreft geen gespecialiseerde betrekking
- Voorrang voor de “Oud Brusselaars”
- Voorzien in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus.
Drie betrekkingen van hoofdinspecteur van politie “ team interventie en toezicht”
- Betreft geen gespecialiseerde betrekking
- Voorrang voor de “Oud Brusselaars”
- Voorzien in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus.
Eén betrekking van hoofdinspecteur van politie “team APO”
- Betreft geen gespecialiseerde betrekking
- Voorzien in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus
Twee betrekkingen van hoofdinspecteur van politie “LokaalInformatiepunt - infogaring”
- Betreft geen gespecialiseerde betrekking
- Voorrang voor de “Oud Brusselaars”
- Voorzien in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus
Eén betrekking van hoofdinspecteur van politie “Functioneel beheer”
- Betreft geen gespecialiseerde betrekking
- Voorrang voor de “Oud Brusselaars”
- Voorzien in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus
Eén betrekking van hoofdinspecteur van politie “ ICT-services”
- Betreft geen gespecialiseerde betrekking
- Voorrang voor de “Oud Brusselaars”
- Voorzien in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus.
Dertien betrekkingen van inspecteur van politie “interventie en toezicht”
- Betreft geen gespecialiseerde betrekking
- Voorrang voor de “Oud Brusselaars”
- Voorzien in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus
Eén betrekking van inspecteur van politie “klachten”
- Betreft geen gespecialiseerde betrekking
- Voorrang voor de “Oud Brusselaars”
- Voorzien in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus
Eén betrekking van inspecteur van politie “lokale recherche”
- Betreft een gespecialiseerde betrekking
- Voorrang voor de “Oud Brusselaars”
- Voorzien in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus
Overwegende dat er vijf selectiemodaliteiten zijn:
- In volgorde van anciënniteit
- Gemotiveerd advies van de korpschef
- Interview met de kandidaten door de korpschef
- In aanmerking nemen van een advies van de selectiecommissie
- Het organiseren van één of meer test of geschiktheidsproeven
Overwegende dat de eerste mobiliteitscyclus 2020 nog niet afgerond is, en de behoeftebepaling voor de tweede cyclus 2020 tegen uiterlijk 10 april 2020 aan DSP dient overgemaakt te worden, zijn de aantal openstaande betrekkingen per kader op datum van publicatie van de tweede cyclus 2020 (21/04/2020) moeilijk in te schatten. Vandaar dat het college de raad de toestemming vraagt alle resterende openstaande betrekkingen ten opzichte van de goedgekeurde personeelsformatie vacant te klaren in de tweede mobiliteitscyclus 2020;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP);
Gelet op het Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol);
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20-11-2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de omzendbrief GPI 15, 15bis, 15 ter, 15 quater en 15 quinquies betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezone;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 30/01/2006 (BS 30/01/2006) met betrekking tot de nieuwe mobiliteitsprocedure;
Gelet op art. 6 van het Koninklijk besluit van 30/01/2006 die wijzigingen aanbrengt die belangrijk zijn voor de uitwerking van de profielen;
De voorzitter sluit de zitting op 27/04/2020 om 22:00.
Namens Gemeenteraad,
Wim Debruyn
Algemeen Directeur
Natalie Miseur
Voorzitter