De voorzitter opent de zitting op 14/12/2020 om 19:30.
Gelet op de mail d.d. 30 november 2020 i.v.m. wijziging van fractieleider UF - fractie;
De gemeenteraad neemt kennis van de wijziging van de fractieleider van de UF - fractie door de heer Jean-Michel HUBERT in opvolging van mevrouw V. PILATE.
De gemeenteraad neemt kennis van de notulen en het audioverslag van de gemeenteraadszitting de dato 23 november 2020.
Gelet op de mail ontvangen van de heer Jean-Michel HUBERT naar aanleiding van zijn aanduiding als fractieleider aangeduid door de UF - fractie in opvolging van mevrouw V. PILATE dient de samenstelling van de gemeenteraadscommissies aangepast;
Gelet op artikel 37 van het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de voorstellen hiertoe ingediend door de UF - fractie;
De gemeenteraad besluit de samenstelling van de commissie van de fractievoorzitters per 14 december 2020 te wijzigen.
In de periode eind 2017 - 2018 heeft Audit Vlaanderen een organisatie-audit uitgevoerd in de gemeente, AGB Zaventem en het OCMW.
Tevens heeft er een forensische audit bij het OCMW plaats gevonden.
Op 02 mei en 09 mei 2018 ontvingen respectievelijk het OCMW en de gemeente/AGB Zaventem het auditrapport waarbij voor beide instanties 4 aanbevelingen voor de organisatie-audit werden geformuleerd.
Op 06 juni 2018 heeft Audit Vlaanderen een rapport over de forensische audit aan het OCMW bezorgd. Ook hier werden 4 aanbevelingen geformuleerd.
Op basis van de aanbevelingen werd een vervolgtraject ikv interne controle en organisatiebeheersing opgesteld.
In samenwerking met externe consultant CC Consult werd in juni 2019 het algemeen kader organisatiebeheersing opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad en OCMW-raad.
In samenwerking met de consultant heeft de cel beleid en organisatie een organisatiehandboek en inventaris opgesteld. Hierin zijn de verschillende aanbevelingen van Audit Vlaanderen verwoord alsook de nodige verbeteracties en de vooropgestelde timing voor realisatie van de verbeteracties.
In de loop van 2020 heeft Audit Vlaanderen gepeild hoe de gemeente/ AGB Zaventem en het OCMW de interne controle en het organisatiebeheersingssysteem verder opvolgen. Er werd vooral gekeken naar de realisatiegraad van de verschillende aanbevelingen.
In het najaar van 2020 heeft de cel beleid aan Audit Vlaanderen de nodige informatie en diverse documenten bezorgd waaruit is gebleken dat de 3 entiteiten de nodige acties ondernemen ikv van de interne controle.
Op 27 november 2020 heeft Audit Vlaanderen een mail gestuurd naar de Algemeen directeur houdende kennisgeving van de nota betreffende resultaten aanbevelingen en rapportering organisatiebeheersing bij gemeente, OCMW Zaventem.
Audit Vlaanderen kwam tot de volgende conclusies :
Audit Vlaanderen heeft volgende eindconclusie geformuleerd :
Audit Vlaanderen stelde vast dat de jaarlijkse rapportering over organisatiebeheersing voldoende adequaat is om aan het politieke niveau een transparant beeld te geven over de wijze waarop de organisatie werkt aan de beheersing van haar risico’s. De organisatie hanteert een overwegend degelijk systeem om verbeteracties op te volgen.
Gemeente, AGB en OCMW Zaventem hebben de opgevolgde aanbevelingen gerealiseerd tegen de vooropgestelde timing. Door de aanbevelingen op te volgen en bijhorende maatregelen te nemen om de achterliggende risico's af te dekken, versterkt Zaventem haar interne werking. De genomen beheersmaatregelen en wijze waarop het bestuur verder aan de slag wenst te gaan op het vlak van organisatiebeheersing, bevestigen de aanwezigheid van een verbeterdynamiek.
De gemeenteraad neemt kennis van het auditrapport en de geformuleerde eindconclusie van Audit Vlaanderen.
Sinds midden maart 2020 hebben de huisartsenkringen en wachtposten in samenwerking met de ziekenhuizen en lokale besturen in een snel tempo overal in Vlaanderen triagecentra opgericht.
Triagecentra hebben als doel om patiënten met mogelijk COVID-19 fysiek te onderzoeken, overbelasting in huisartsenpraktijken of spoeddiensten te voorkomen en zo besmetting van andere patiënten te vermijden.
Na enkele weken lockdown was de druk op de triagecentra en ziekenhuizen sterk afgenomen. De fase van gecontroleerd versoepelen van de maatregelen, vroeg om een test en opsporingsstrategie van het virus. Sinds 7 mei kreeg het triagecentrum er in dat kader een nieuwe opdracht bij, namelijk het afnemen van testen van patiënten die zijn doorverwezen door de huisarts of een contactonderzoeker
Op 20 mei 2020 werd een protocolakkoord betreffende de oprichting, de organisatie en de financiering van triage- en afnamecentra in het kader van het beheer van de COVID-19 gezondheidscrisis afgesloten tussen de federale en regionale overheden . Ingevolge dit akkoord zijn een aantal principes en financiering voortgevloeid, die zijn opgenomen in de nota van het Agentschap Zorg & Gezondheid van 9 juni 2020.
In Vilvoorde werd een triage- en afnamecentrum opgericht en georganiseerd :
Fase 1 (van bij de start op 13 maart 2020, erkend vanaf 16 maart 2020 tot 3 mei 2020):
triagecentrum: massale instroom op spoeddiensten beperken; huisartsen mogelijks positieve patiënten door te laten verwijzen naar deze triage-centra; concentratie van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
Fase 2 (vanaf 4 mei 2020 tot 15 januari 2021, onder voorbehoud van aanpassing van de einddatum door de Vlaamse overheid) afnamecentrum: afnemen van stalen bij te screenen personen in kader van ‘Test en Trace’-strategie. Dit kan gecentraliseerd gebeuren of op verschillende locaties binnen het grondgebied (minimaal 100.000 inwoners). De beslissing om een afnamecentrum te sluiten, waarbij de afnamefunctie op minstens één locatie steeds operationeel blijft, moet op een voorafgaand overleg
gebeuren met de deelentiteit (Vlaams Gewest).
Bij het onhold plaatsen van triage- en afnamecentrum dient deze binnen de 48 uren weer te kunnen reactiveren.
In zitting van 22 juni 2020 besliste de gemeenteraad een overeenkomst te sluiten met betrekking tot de verdeling van de overheadkosten centraal medisch crisiscentrum Vilvoorde.
De deelnemende partners waren : gemeentebesturen Vilvoorde, Steenokkerzeel, Kampenhout, Grimbergen, Machelen, Zaventem, Meise, Wemmel, AZ Jan Portaels en vzw HAK Harno.
De overeenkomst diende nog gefinaliseerd te worden. Uiteindelijk wordt geopteerd om de overeenkomst uit te breiden tot de kosten m.b.t. het afnamecentrum. Ook worden de praktische modaliteiten m.b.t. de berekening van de kosten vergemakkelijkt.
De deelnemende partners zijn: gemeentebesturen Vilvoorde, Steenokkerzeel, Machelen, Grimbergen, Kampenhout, Meise, Wemmel, Zaventem, en de vzw HAK Harno.
Juridische grond
Decreet lokaal bestuur, artikel 387.
Burgerlijk wetboek.
Protocolakkoord van 20 mei 2020 tussen de federale regering en de in de artikelen 128, 130,
135 en 138 van de grondwet bedoelde autoriteiten betreffende de oprichting, de organisatie
en de financiering van triage- en afnamecentra in het kader van het beheer van de covid-19
gezondheidscrisis.
Nota van het Agentschap Zorg & Gezondheid van 9 juni 2020.
Artikels 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad keurt de overeenkomst inzake de kostenverdeling met betrekking tot de oprichting, organisatie en uitbating triage- en afnamecentrum Vilvoorde.
De Vlaamse regering keurde op 10 april 2020 het ontwerp van sectoraal akkoord 2020 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen goed. De kern van het sectoraal akkoord is een koopkrachtverhoging van globaal 1,1% vanaf 1 januari 2020 voor het personeel.
Op vrijdag 29 mei keurde de Vlaamse regering de omzendbrief bij dit sectoraal akkoord goed. Deze omzendbrief verduidelijkt de toepassings- en uitvoeringsmodaliteiten van het sectoraal akkoord.
Het sectoraal akkoord heeft uitwerking vanaf 1 januari 2020 en voorziet in een belangrijke koopkrachtverhoging voor het personeel:
1. Recurrente maaltijdchequeverhoging van 100 EUR per VTE
De personeelsleden van de lokale en provinciale besturen die op de datum waarop dit sectoraal akkoord is afgesloten, de maximale werkgeversbijdrage voor de maaltijdcheques nog niet bereikt hebben (= 6,91 euro), ontvangen vanaf 1 januari 2020 een recurrente koopkrachtverhoging via een verhoging van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques tot het fiscale maximum, met een maximum van 100 euro per VTE.
Aangezien het lokaal bestuur Zaventem al de maximale werkgeversbijdrage voor de maaltijdcheques op de datum waarop dit sectoraal akkoord is afgesloten, bereikt heeft (6,91 euro, waarde maaltijdcheque 8 euro) voldoet het bestuur reeds aan deze voorwaarde en hoeft het geen verdere stappen te ondernemen op dit punt.
2. Recurrente koopkrachtverhoging van 200 EUR per VTE
Het bestuur kan kiezen voor volgende invulling van deze recurrente koopkrachtverhoging:
1) Een bijkomende verhoging van de werkgeversbijdrage van de maaltijdcheques (voor zover de 8 EUR (6,91 maximale werkgeversbijdrage ) nog niet werd bereikt);
gecombineerd met:
2) De (eenmalige) toekenning van:
Dit realiseren via een verhoging van de werkgeversbijdrage van de maaltijdcheques is niet mogelijk voor het bestuur, aangezien het bestuur reeds aan de maximale werkgeversbijdrage zit.
Deze recurrente koopkrachtverhoging moet dus gerealiseerd worden via ecocheques, cultuur -of sportcheques, lokale handelaarsbonnen of consumptiecheques, rekening houdend met de bovenstaande fiscale en sociale voorwaarden.
3. Verhoging minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler contractueel personeel
Vanaf 1 januari 2020 wordt de sectoraal afgesproken minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler van het contractuele personeel opgetrokken naar 2,5% (nu 1%) of een gelijkwaardige dekking voor lokale en provinciale besturen die niet werken met een bijdragevoet, maar met een kloofdichting.
De minimale bijdragevoet voor de tweede pensioenpijler van de contractuele personeelsleden bedraagt momenteel 1% zodat een verhoging dient te worden toegepast.
4. Financiering
Voor personeelsleden tewerkgesteld in de VIA-diensten (personeel in de zorgsector, de culturele sector en de sociale economie) wordt een specifieke financieringsregeling uitgewerkt waarbij de VIA-middelen gebruikt worden om deze verhoging te financieren.
Voor personeelsleden niet tewerkgesteld in de VIA-diensten dienen lokale besturen zelf de verhoging ten laste te nemen.
Op 7 september 2020 nam het College van burgemeester en schepenen reeds de principebeslissing om:
Op 30 november 2020 ging het College van burgemeester en schepenen akkoord met het ontwerp van reglement voor de toekenning van de eco- en cadeaucheques.
Medewerkers die op 31 december van het kalenderjaar in dienst zijn en salaris ontvangen maar nog geen zes maanden anciënniteit hebben, ontvangen pro rata handelaarsbonnen, nl.:
Sectoraal akkoord 2020 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten op 8 april 2020, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 10 april 2020.
Omzendbrief KB/ABB 2020/2 van 29 mei 2020 betreffende het sectoraal akkoord 2020 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen.
Het KB van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, m.n. art. 19 quater (ecocheques), art. 19 ter (sport- en cultuurcheques) art. 19 §2, 14° (geschenkcheques) en artikel 19 quinquies (consumptiecheques).
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en latere wijzigingen.
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden en haar personeel, en latere wijzigingen.
Besluit van de raad van 25 november 2019 houdende de goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het gemeente/OCMW-personeel
Toepassing van het sectoraal akkoord 2020 voor het gemeentepersoneel: optrekken tweede pensioenpijler contractuele medewerkers naar 2,5%, goedkeuring reglement toekennen ecocheques (160 euro op jaarbasis) en lokale handelaarsbonnen (40 euro n.a.v. Nieuwjaar)
Het gemeentebestuur wou met deze actie zowel de Zaventemmenaar als de lokale handelaar, die tijdens de crisis zijn activiteiten heeft moeten stopzetten of onderbreken, helpen. De klant kan deze waardebon enkel besteden bij de lokale Zaventemse handelaars die deelnemen aan de actie. De geïnteresseerde handelaars moesten via een registratieformulier zich akkoord verklaren met de actievoorwaarden en werkwijze. Via de ingevulde gegevens in dit formulier werd de geldigheid van de deelname door de gemeentelijke diensten gecontroleerd en desgevallend bevestigd. De klant van zijn zijde wisselt de persoonlijke bon in bij een lokaal handelaar en geniet onmiddellijk van een korting. Anderzijds zullen de deelnemende handelaars de waarde van de ontvangen corona waardebonnen elektronisch door het gemeentebestuur op hun rekening gestort krijgen. In de eerste week van september 2020 ontvangen alle inwoners een unieke kortingscode, waarmee ze gratis een Zaventemse waardebon van 10 euro konden aanvragen via de webshop. Deze bon met unieke persoonlijke QRcode ontving de Zaventemmenaar digitaal in zijn/haar mailbox. De aanvrager kan deze bon afdrukken of afladen op zijn smartphone, tablet, of computer. Personen die niet beschikken over een PC en een printer konden terecht aan de balies van de Bibliotheek en het cc. De Factorij. Voor de mensen die zich aanmelden aan de balies van het CC. en de bibliotheek hebben de baliemedewerkers de bonnen geactiveerd, afgedrukt en persoonlijk overhandigd. De bon kan niet worden verkocht aan derden. Vanaf 14 september konden de inwoners bij de lokale handelaars op een handige manier digitaal afrekenen met de bon. De klant brengt zijn/haar Zaventemse Corona waardebon mee via mail-print of op het scherm van hun smartphone. De QR-code op de bon wordt gescand in de elektronische toepassing die bij elke deelnemende handelaar is geïnstalleerd en het gekozen saldo wordt op de bon in mindering gebracht. De klant hoeft het volledige bedrag van de bon niet in één keer te spenderen. De bon mag tevens bij verschillende handelszaken worden gebruikt tot het bedrag van de 10 euro is opgebruikt. Aan de actie doen 122 lokale handelszaken mee uit verschillende sectoren en met een evenredige spreiding over de 4 deelgemeenten.
Begin november 2020 hebben de federale regering en regeringen van de deelstaten beslist om over te gaan tot een tweede zgn. lockdown. De strengere regels waren nodig om de toenemende druk op onze ziekenhuizen een halt toe te roepen en de besmettingscurve zo snel en radicaal mogelijk om te buigen. De maatregelen gingen van kracht over het hele grondgebied vanaf maandag 2 november 2020 en waren voorzien om te gelden tot en met zondag 13 december 2020.
Deze tweede ‘lockdown’ treft een groot deel van de handelszaken die deelnemen aan de Zaventemse Coronawaardebon actie. Deze zaken werden verplicht om te sluiten. Om de burgers de kans te bieden om hun waardebonnen vooralsnog te kunnen spenderen en de handelaars de mogelijkheid te bieden om de bonnen te innen stelt het gemeentebestuur voor om de actieduur met 1 maand, in de feestperiode, te verlengen tijdens de maand januari 2021. Dit betekent dat de actievoorwaarden en de werkwijze voor de burgers en de handelaars blijven gelden zoals in de goedgekeurde actie en loopt tot en met 31 januari 2021.
De bevoegdheid ligt bij de gemeenteraad via het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 41, tweede lid, 2°.
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 2 en 40, §2.
Het ministerieel besluit van 18 maart 2020, en latere wijzigingen, houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Het gemeentebestuur van Zaventem wil haar inwoners en tegelijk de getroffen Zaventemse handelaars financieel steunen tijdens de Corona crisis. Elke inwoner ontvangt een waardebon die men in Zaventem bij lokale handelaars kan besteden. Dit reglement regelt de uitgifte en bijhorende modaliteiten van de waardebon.
De Coronacrisis treft de sectoren cultuur, jeugd en sport zwaar. Om de lokale besturen te helpen om die sectoren bij te staan, besliste de Vlaamse Regering op 2/6/2020 om hen 87,3 miljoen euro uit het Vlaams noodfonds ter beschikking te stellen. Het grootste deel van die middelen wordt verdeeld over de lokale besturen op basis van de verdeling van de sectorale middelen voor sectoren cultuur, jeugd en sport bij de inkanteling ervan in het gemeentefonds in 2018. Voor Zaventem gaat dit over 389.589 euro.
Via een bevraging eind juni 2020 van het verenigingsleven heeft het college zicht gekregen op de manier waarop Corona een impact heeft op de werking van de verenigingen. Deze informatie werd besproken op het college van 17/8 en 24/8. Op basis van deze bevraging en op basis van de adviezen ingewonnen bij de sport-, jeugd- en cultuurraad heeft het college een bestedingskader goedgekeurd op het college van 2/9. Dit bestedingskader werd ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad van 21/9.
Verenigingen konden een toelage aanvragen voor verschillende situaties:
- Jeugdvereniging die extra kosten hebben gemaakt om hun kampen coronaproof te organiseren kunnen op basis van hun facturen deze kosten voor 100% terugbetaald krijgen.
- Verenigingen die infrastructuur beheren kunnen tot 4.000 euro krijgen mits ze de volgende verliezen en kosten kunnen aantonen (factuur, afschrift boekhouding, financieel verslag:
verlies van inkomsten gekoppeld aan de uitbating van een cafetaria/toog of aan de overeenkomst met een uitbater (rekening houdende met eventuele premies die de uitbaters via Vlaanderen hebben gekregen)
verlies van inkomsten gekoppeld aan het verlies van de verhuur van terreinen/ruimtes.
verlies van inkomsten gekoppeld aan inkomgelden bij wedstrijden.
kosten van energieverbruik waarvoor de betrokken club/vereniging normaal zelf de kosten draagt
- Elke vereniging kan een toelage krijgen te waarde van het verlies van niet plaatsgevonden jaarlijks terugkerende geldacties (restaurantdag, fuif, jaarlijks optreden, ..). Op basis van de gemiddelde winst van de laatste drie edities is een toelage van 40% voorzien. Indien de geldactie op een andere manier werd georganiseerd moet de winst van de actie worden afgetrokken van de subsidie die men zou krijgen op basis van de vorige 3 edities of 2 edities indien de activiteit nog niet langer bestond. De vereniging toont dit aan met een financieel verslag van elke editie.
- Elke vereniging die een voor het brede publiek toegankelijke sociaal, cultureel of sportief evenement heeft georganiseerd kan hiervoor een toelage krijgen van 150 euro per activiteit met een maximum van 1 initiatief per indienronde. Pure ledenactiviteiten komen hier niet voor in aanmerking.
- Elke vereniging kan de kosten voor het huren van een zaal (gemeentelijk of niet gemeentelijk) of tent voor de organisatie van een evenement of repetitie inbrengen voor een terugbetaling van 50% van de gemaakte kosten te bewijzen via factuur.
- Elke vereniging kan de kosten voor de aankoop van producten, materialen en signalisatie voor het coronaproof maken van de infrastructuur en activiteiten voor 60% terugbetaald krijgen op basis van in te dienen facturen. .
- Elke vereniging kan de kosten verbonden aan het reinigingen van herbruikbare bekers voor 100% terugbetaald krijgen op basis van een factuur.
Het totaal bedrag dat men per aanvraag kan krijgen is geplafonneerd op 8.000 euro. Exclusief de toelage voor het beheer van infrastructuur en kampen die er nog bovenop kunnen komen.
In totaal zijn er 37 aanvragen binnengekomen die recht hebben op een toelage. Sommige aanvragen voldeden niet.
Er zijn 17 aanvragen van sportclub, 13 aanvragen van cultuurverenigingen, 6 aanvragen van jeugdverenigingen en 1 aanvraag van een socioculturele vereniging die op basis van hun aanvraag recht hebben op een toelage. In bijlage zit een korte presentatie over de aanvragen en de verdeling van de middelen.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 30 maart 2009 over het algemeen toelagereglement waarin beslist wordt welke artikels van de wet van 14 november 1983 van toepassing zijn;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen op besluiten van de provinciale en gemeentelijke overheden en ocmw’s en de omzendbrief BA 200/08 van 17 november 2000;
Gelet op het toelagereglement door de gemeenteraad goedgekeurd op 21/9/2020 met als doel verenigingen te ondersteunen in deze coronatijden.
Op basis van het door de gemeenteraad goedgekeurde toelage reglement hebben alle erkende Zaventemse verenigingen de kans gekregen om een toelage aan te vragen om de impact van de opgelegde corona maatregelen op hun werking mee op te vangen. Dit besluit legt de bedragen vast die zullen toegekend worden.
Gelet op de gemeentelijke verordening inzake parkeervoorzieningen van 21 november 2016;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, meer bepaald de procedure inzake de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;
Gelet op de collegebeslissing van 17 februari 2020 inzake evaluatie en aanpassing verordeningen;
Gelet op de collegebeslissing van 5 oktober 2020 inzake evaluatie en aanpassingen van de gemeentelijke verordeningen;
Gelet op het openbaar onderzoek;
Gelet op het advies van de deputatie van 12 november 2020;
Gelet op het verslag van de GECORO-vergadering van 20 oktober 2020;
Overwegende dat een stedenbouwkundige verordening ook dient te voldoen aan de plan-MER-bepalingen;
Overwegende dat niet alle instanties tijdig een advies hebben afgeleverd inzake de plan-MER-bepalingen;
Overwegende dat een aanpassing van de verordening inzake parkeervoorzieningen noodzakelijk is voor de middenstand en lokale economie;
Overwegende dat een aanduiding van het kernwinkelgebied noodzakelijk is voor premies ter ondersteuning door de Vlaamse overheid, voor wonen boven winkels;
Overwegende dat door een stijgende druk op het buitengebied, hier eveneens een kernversterkend beleid gevoerd moet worden;
Overwegende dat dat een kernversterkend beleid noodzakelijk is voor de handel en leefbaarheid in het kernwinkelgebied;
Overwegende dat eveneens voorzien wordt in aanpassingen van de gemeentelijke verordening inzake meergezinswoningen;
Overwegende het gemeentelijk ruimtelijke structuurplan van de gemeente Zaventem;
Gelet op de collegebeslissing van 23 november 2020;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 2.3.2., §2;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het besluit houdende regeling van het openbaar onderzoek over stedenbouwkundige verordeningen;
De gemeenteraad beslist, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, om de aanpassingen door te voeren inzake de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake parkeervoorzieningen in functie van de 1ste herziening.
Gelet op de gemeentelijke verordening inzake parkeervoorzieningen van 21 november 2016;
Gelet op de gemeentelijke verordening inzake meergezinswoningen van 25 september 2017;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, meer bepaald de procedure inzake de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;
Gelet op de collegebeslissing van 17 februari 2020 inzake evaluatie en aanpassing verordeningen;
Gelet op de collegebeslissing van 5 oktober 2020 inzake evaluatie en aanpassingen van de gemeentelijke verordeningen;
Gelet op de collegebeslissing van 23 november 2020 inzake de aanpassingen van de gemeentelijke verordening inzake parkeervoorzieningen naar aanleidingen van de adviezen, openbaar onderzoek en het verslag van de GECORO;
Gelet op het openbaar onderzoek;
Gelet op het advies van de deputatie van 12 november 2020;
Gelet op het verslag van de GECORO-vergadering van 20 oktober 2020;
Overwegende dat een stedenbouwkundige verordening ook dient te voldoen aan de plan-MER-bepalingen;
Overwegende dat een aanpassing van de verordening inzake meergezinswoningen noodzakelijk is naar aanleiding van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Zaventem-Noord, meer bepaald het Hoekplein;
Overwegende dat een aanpassing van de verordening inzake parkeervoorzieningen noodzakelijk is voor de middenstand en lokale economie;
Overwegende dat een aanduiding van het kernwinkelgebied noodzakelijk is voor premies ter ondersteuning door de Vlaamse overheid, voor wonen boven winkels;
Overwegende dat door een stijgende druk op het buitengebied, hier eveneens een kernversterkend beleid gevoerd moet worden;
Overwegende dat dat een kernversterkend beleid noodzakelijk is voor de handel en leefbaarheid in het kernwinkelgebied;
Overwegende dat bij grotere project een beleid dient te worden gevoerd inzake afvalophaling, opdat dit geordend kan worden ten aanzien van het openbaar domein;
Overwegende dat de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening meergezinswoningen wordt hernoemd naar de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake kernversterking, aangezien de doelstelling ruimer gaat dan louter het regelen van meergezinswoningen;
Gelet op de collegebeslissing van 23 november 2020;
Overwegende de collegebeslissing van 30 november 2020 inzake aanpassing verordening inzake kernversterking;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 2.3.2., §2;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het besluit houdende regeling van het openbaar onderzoek over stedenbouwkundige verordeningen;
De gemeenteraad beslist, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, om de aanpassingen door te voeren inzake de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake meergezinswoningen in functie van de 1ste herziening. De verordening wordt tevens aangepast naar de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake kernversterking.
Gelet op het schrijven van 12 december 2018 van Iverlek (Infrastructuurgebied Leuven), betreffende verzoek tot het ter beschikking stellen via een erfpachtovereenkomst van een perceeltje grond voor de plaatsing van een nieuwe bovengrondse MS-distributiecabine ter hoogte van de Molenstraat-Tramlaan te Sterrebeek, gelegen in openbaar domein van de wegenis, om de netbelasting ter hoogte van de Tramlaan/Molenstraat en omgeving te verbeteren;
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 25 maart 2019 houdende principieel akkoord, onder voorbehoud van bekrachtiging door de gemeenteraad, om een grondperceeltje, gelegen in het openbaar domein van de wegenis Tramlaan (op de hoek met de Molenstraat), met een grondoppervlakte van 31,47 m², in erfpacht te geven aan Iverlek;
Gelet op het omgeving- & inplantingsplan, opgesteld door Drawing Assistance bvba Landmetersbureel uit Hulshout, op datum van 11 december 2018 met referentie 2018.07/02-plan B;
Gelet op de voorlopige erfpachtovereenkomst, opgemaakt op 12 november 2020, voor een perceel grond voor een MS-distributiecabine te Tramlaan (hoek Molenstraat), waarbij voorgesteld wordt om ter erkenning van het eigendomsrecht van de erfpachtgever een enige vergoeding van 99,00 € te betalen bij ondertekening van de authentieke akte;
Gelet op de omgevingsvergunning OMV_2020047620 (ref. gemeente: AOP/2020/00092), vergund op 6 juli 2020;
Overwegende dat door de begunstigde van het erfpachtrecht een aantal voorwaarden moeten worden nageleefd zoals opgenomen in de voorlopige erfpachtovereenkomst;
Overwegende de ligging van de rooilijn van de Tramlaan, goedgekeurd bij K.B. van 28 juli 1939;
Overwegende de opgelegde voorwaarden van de omgevingsvergunning OMV_2020047620 (ref. gemeente: AOP/2020/00092), vergund op 6 juli 2020;
Overwegende dat Iverlek alle kosten ten hare laste neemt, waaronder de opmaak van het aanvraagdossier, het opmetingsplan, de opmaak authentieke akte erfpacht, enz…;
Overwegende dat de vestiging van erfpacht definitief zal vastgelegd worden bij notariële akte;
Gehoord het College van Burgemeester en Schepenen.
Gelet op het Decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op artikel 326 tot en met 334 van het Decreet over het lokaal bestuur houdende algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het Vlaams bestuursdecreet betreffende de openbaarheid van bestuur;
De Raad beslist over te gaan tot het verlenen van een erfpachtrecht aan IVERLEK, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, voor een grondperceeltje met een grondoppervlakte van 31,47 m², gelegen ter hoogte van de Tramlaan (op de hoek met de Molenstraat), gelegen in openbaar domein van de wegenis, om de netbelasting ter hoogte van de Tramlaan/Molenstraat en omgeving te verbeteren. Het erfpachtrecht heeft een duurtijd van 99 jaar en wordt toegekend tegen de éénmalige betaling van de canon van 99 euro.
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen, punt CBS/2020/102, van 20 januari 2020, houdende onderzoek inzake verwervingen F3 Route in Nossegem;
Gelet op de éénzijdige verkoopbelofte van de eigenaar, mevrouw Decraen Simonne, van 24 januari 2020, voor het kadastraal perceel nummer 3 A 108 tegen de prijs van 40.000,00 euro, hetzij 4,48 euro per m² volgens kadastrale oppervlakte;
Gelet op het besluit van de Gemeenteraad van 17 februari 2020, punt GR/2020/028, betreffende principebesluit verwerving perceel “bouwland” in het kader van onderzoek “Tracé F3 route” (kadastraal perceel nr. 3 A 108), eigendom Decraen Simonne;
Gelet op het schattingsverslag van Studieburo QUADRANT bvba, Dorpsstraat 202 te 3078 Kortenberg van 5 oktober 2020 betreffende het perceel gekend ten kadaster Zaventem, 3 de Afdeling Nossegem, Sectie A, nummer 108;
Gelet op het e-mailbericht van 8 oktober 2020 van het notariskantoor Robberechts & Van Cauwelaert, notarissen met standplaats te Zaventem, houdende bevestiging dat de Notarissen Vanhalewyn & Flamant de minuuthoudende Notarissen zijn en dat Notaris Robberechts zal tussenkomen voor de verkopers, mevrouw Lalou Marina en de heer Lalou Etienne, erfgenamen van mevrouw Decraen Simonne en waarbij tevens melding werd gemaakt dat de aangifte van de nalatenschap door de erfgenamen werd ondertekend en bijgevolg het nalatenschapsdossier werd afgesloten;
Gelet op het voorlopig metingsplan, opgemaakt door Studie- en landmeetburo QUADRANT bv, Dorpsstraat 202 te 3078 Kortenberg van 25 november 2020;
Gelet op het uittreksel uit de kadastrale legger en het kadastraal percelenplan, waarbij het volledige perceel een oppervlakte bezit van 89a 28ca volgens kadastrale legger;
Gelet op de ontwerp-akte, opgemaakt door Notarissen Vanhalewyn & Flamant, geassocieerde notarissen met standplaats te Kraainem met tussenkomst van Notaris Robberechts, notaris met stand plaats te Zaventem, voor de verkopers, mevrouw Lalou Marina en de heer Lalou Etienne, erfgenamen van mevrouw Decraen Simonne;
Overwegende de wenselijkheid om het aangeboden perceel onderhands te verwerven in het kader van het onderzoek en de latere aanleg “Tracé F3 route”;
Overwegende dat de vraagprijs aanvaardbaar is en de geschatte waarde van de onroerende goederen niet overschrijdt;
Overwegende dat de aankoop onderhands zal plaatsvinden;
Overwegende dat het perceel, op basis van de informatie bekomen van de eigenaar, wordt verpacht aan de heer Van Dorslaer Dirk, Beemdenstraat 11 te 1852 Beigem;
Overwegende dat de voorwaarden van de aankoop vastgesteld moeten worden;
Overwegende dat voor dit project, overeenkomstig de bepalingen van het provinciaal reglement, een subsidie wordt aangevraagd voor de aanleg en herinrichting van fietssnelwegen bij de Provincie Vlaams-Brabant;
Gehoord en op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen;
Gelet op het decreet lokale besturen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur;
Gelet op het Burgerlijk Wetboek, artikelen 1582 t.e.m. 1701;
Gelet op het decreet van de Vlaamse Regering van 20 maart 2009, en latere wijzigingen, betreffende het mobiliteitsbeleid;
Gelet op het decreet van de Vlaamse Regering van 12 juni 2019, en latere wijzigingen, betreffende de basisbereikbaarheid;
Gelet op het provinciaal reglement voor het toekennen van subsidies voor de aanleg en herinrichting van fietssnelwegen, goedgekeurd op 21 januari 2020;
De Raad beslist, in het kader van de aanleg en realisatie van de HST Fietsroute (= fietssnelwegen), over te gaan tot de definitieve aankoop van het onroerend goed, een perceel bouwland, gelegen verlengde Walenweg, gekadastreerd Zaventem 3 de afdeling (Nossegem), sectie A, nummer 108, met een oppervlakte van 89a 28ca volgens de kadastrale legger.
Gelet op de aanvraag tot gedeeltelijke opheffing rooilijn (K.B. 24 november 1959) én de gedeeltelijke verlegging van voetweg nr. 20, gelegen in het woongebied “Moorselveld” (volgens het gewestelijk RUP VSGB) te Sterrebeek, ingediend door Studieburo Quadrant bvba, gevestigd te 3078 Meerbeek, Dorpsstraat 202, samen met de aanvraag omgevingsvergunning OMV_2020157842 (ref. gem. NVK/2020/00009) voor een verkaveling van 29 loten voor eengezinswoningen, een lot voor een hoogspanningscabine en de hierbij horende wegenis en openbaar domein;
Gelet op het wijzigingsplan – rooilijnplan, de motivatienota, het uittreksel uit het gewestplan, het uittreksel uit de Atlas der Buurtwegen, het uittreksel uit het kadaster en de fotoreportage;
Gelet op het wijzigingsplan/ontwerp-rooilijnplan “Gedeeltelijke verlegging voetweg nr. 20 – Gedeeltelijke opheffing rooilijn K.B. 24-11-1959 – rooilijnplan (deel) voetweg nr. 20” (plan nr. 1), opgemaakt op datum van 13 november 2020 door landmeter-expert Ing. Benny Theyssens, tewerkgesteld bij Studieburo Quadrant bvba, gevestigd te 3078 Meerbeek, Dorpsstraat 202;
Gelet op de inrichtingsstudie/Structuurschets van het woongebied “Moorselveld”, gelegen langs de Moorselsteenweg en de Vossemlaan te Sterrebeek, in het bijzonder de FASE I van de projectontwikkeling;
Overwegende dat de bij koninklijk besluit van 24 november 1959 goedgekeurde rooilijn voor het gebied “Moorselveld” grotendeels niet meer kan gerealiseerd worden wegens enerzijds de aanwezige bebouwing ter hoogte van de aansluiting met de Moorselsteenweg en anderzijds aangezien zij niet meer in overeenstemming is met de Structuurschets en de hiermee gepaard gaande geplande realisatie van het woningbouwproject;
Overwegende dat er een woningbouwproject wordt gerealiseerd waardoor eveneens de huidige ligging van de voetweg nr. 20 gedeeltelijk dient te worden gewijzigd;
Overwegende dat de gevraagde wijziging/verplaatsing van de voetweg nr. 20 voor het gedeelte gelegen op de kadastrale percelen Zaventem, 4de Afdeling (Sterrebeek), Sectie D, nummers 18, 19 en 28D, met dezelfde wegbreedte en beperkte verlegging van de wegzate, noodzakelijk is voor de realisatie van het woningbouwproject;
Overwegende dat de voetweg door deze gedeeltelijke verlegging niet onderbroken wordt waardoor er bijgevolg geen enkel nadelig effect ontstaat op de verbindingsmogelijkheden via het gemeentelijk trage-wegennetwerk;
Overwegende dat door de gevraagde gedeelde opheffing van de bij koninklijk besluit goedgekeurde, maar tot op heden nog niet gerealiseerde, rooilijn binnen het projectgebied Moorselveld er een betere ruimtelijke inrichting van de nieuwe openbare wegen zal mogelijk zijn;
Overwegende dat de voorgestelde wijzigingen niet strijdig zijn met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
Op voordracht van het College.
Het decreet betreffende de gemeentewegen;
De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 decreet lokaal bestuur;
De Raad gaat akkoord met de voorgestelde gedeeltelijke opheffing rooilijn (K.B. 24 november 1959) én de gedeeltelijke verlegging van voetweg nr. 20, gelegen in het woongebied “Moorselveld” (volgens het gewestelijk RUP VSGB) te Sterrebeek en stelt het voorliggend wijzigingsplan/ontwerp-rooilijnplan “Gedeeltelijke verlegging voetweg nr. 20 – Gedeeltelijke opheffing rooilijn K.B. 24-11-1959 – rooilijnplan (deel) voetweg nr. 20”, voorlopig vast. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt tevens gelast met de organisatie van het voorgeschreven openbaar onderzoek overeenkomstig de procedure van het decreet op de gemeentewegen.
Gelet op de beslissing van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Zaventem d.d. 23 september 2019, houdende : “Intercommunale Haviland : verlenen van een In-House opdracht van modulaire units en omgevingsaanleg op voetbalsite Eversestraat te Sint-Stevens-Woluwe “studieopdracht” en de overeenkomst tussen het Autonoom Gemeentebedrijf en de Haviland d.d. 21 oktober 2019 ;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 22 juni 2020, houdende : “Addendum tot overdracht van de overeenkomst “Studieopdracht van 21 oktober 2019 tussen het AGB Zaventem, de gemeente Zaventem en Haviland”, de beslissing d.d. 22 juni 2020 van de Raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf, houdende : “Addendum tot overdracht van de overeenkomst “Studieopdracht van 21 oktober 2019 tussen het AGB Zaventem, de gemeente Zaventem en Haviland”, en het addendum aan de overeenkomst “studieopdracht” van 21 oktober 2019 m.b.t. de parking op de site Eversestraat en de riolerings- en omgevingswerken rondom de permanente modulaire units;
Overwegende dat deze overeenkomst en addendum volgende opdrachten inhoudt :
* studie en bouwopvolging van het project (= projectbeheer)
* veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking
Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bestek met ref. 10570/115100 werd opgesteld door de Intercommunale Haviland mbt de riolerings- en omgevingswerken rondom de permanente units en parking;
Overwegende dat de kosten voor deze werken door Haviland geraamd worden op netto : 535.665,06 euro : waarvan
| A. Werken tlv de gemeente |
|
| - leveringen en werken |
448.860,44 € |
| - Btw 21% |
94.260,69 € |
|
|
__________________________ |
| Totaal |
543.121,13 € |
| B. Werken tlv Farys/TMVW |
|
| - leveringen en werken |
86.804,62 € |
|
|
|
|
|
__________________________ |
| Totaal A+ B |
629.925,75 € |
Overwegende dat de totale vermoedelijke kostprijs van dit project door Haviland geraamd wordt op :
| A. Werken tlv de gemeente |
|
|
| - leveringen en werken |
448.860,44 € |
|
| - herziening/onvoorziene werken : 6% |
26.931,63 € |
|
|
|
_________________ |
|
|
|
|
475.792.07 € |
| Erelonen Haviland : |
|
|
| - studie, ontwerp en begeleiding : 7% |
33.305,44 € |
|
| - veiligheidscoördinatie :± 1,5 % |
7.136,88 € |
|
|
|
_________________ |
|
|
|
|
40.442,33 € |
| Diverse kosten : |
|
|
| - drukproeven : |
1.500,00 euro |
|
| - technisch verslag grondverzet |
1.500,00 euro |
|
|
|
_____________ |
|
|
|
|
3.000,00 euro |
| Nutsvoorzieningen : |
|
5.000,00 euro |
|
|
|
____________ |
| Totaal tlv de gemeente : |
|
524.234,39 € |
| BTW 21% : |
|
110.089,22 € |
|
|
|
____________ |
| Totaal |
|
634.323,61 € |
| AFGEROND : |
|
635.000,00 € |
| B. Werken tlv Farys/TMVW |
|
|
| - leveringen en werken |
86.804,62 € |
|
| - herziening/onvoorziene werken : 6% |
5.208,28 € |
|
|
|
|
______________________ |
|
|
|
92.012,90 € |
| Erelonen Haviland : |
|
|
| - studie, ontwerp en begeleiding : 7% |
6.440,90 € |
|
| - veiligheidscoördinatie :± 1,5 % |
1.380,19 € |
|
|
|
_________________ |
|
|
|
|
7.821,10 € |
|
|
|
_____________________ |
| Totaal tlv Farys / TMVW |
|
99.833,99 € |
| AFGEROND : |
|
100.000,00 € |
|
|
|
|
| TOTAAL A + B AFGEROND : |
|
735.000,00 € |
Overwegende dat voorgesteld wordt om de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking ;
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 30 november 2020, houdende : “Sint-Stevens-Woluwe – Tiendeschuurveld – Riolerings- en omgevingswerken rondom de permanente modulaire units en parking – Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen (Haviland)”
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 € niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Overwegende dat er dwingende redenen zijn, voortvloeiend uit niet te voorziene omstandigheden;
Goedkeuring wordt verleend aan de lastvoorwaarden en gunningswijze voor de opdracht “ de riolerings- en omgevingswerken rondom de permanente units en parking – Tiendeschuurveld te Sint-Stevens-Woluwe”
Meer specifiek, wordt voorgesteld om artikelen 8, 9 en 13 van de huidige verordening te wijzigen als volgt:
Het college van burgemeester en schepenen kan steeds beslissen om, wanneer de noodzaak blijkt en in het algemeen belang, de nummering van gebouwen in bepaalde straten en/of pleinen te herzien, te verbeteren of aan te vullen. In dit geval zijn de kosten voor de hernieuwing en/of vervanging van de nummers op de gebouwen voor de rekening van de gemeente. De werkzaamheden zullen worden uitgevoerd door en onder het toezicht van door het college van burgemeester en schepenen aangestelde personen. De individuele gevolgen van dergelijke vernieuwingen en/of wijzigingen kunnen niet ten laste worden gelegd van het gemeentebestuur.
Voorstel tot wijziging
Het college van burgemeester en schepenen kan steeds beslissen om, wanneer de noodzaak blijkt en in het algemeen belang, de nummering van gebouwen in bepaalde straten en/of pleinen te herzien, te verbeteren of aan te vullen. In dit geval zijn de kosten voor de hernieuwing en/of vervanging van de nummers op de gebouwen voor de rekening van de eigenaars van de gebouwen. In geen geval kunnen individuele gevolgen van dergelijke vernieuwingen en/of wijzigingen ten laste worden gelegd van het gemeentebestuur.
De eigenaar, syndicus, huurder of gebruiker van een gebouw kan de in artikel 8 opgelegde vernieuwing of wijziging op eigen kosten uitvoeren mits naleving van de bepalingen van de verordening. Het werk moet uitgevoerd zijn op de datum bepaald door het college van burgemeester en schepenen.
Voorstel tot wijziging:
De eigenaar, syndicus, huurder of gebruiker van een gebouw kan de in artikel 8 opgelegde vernieuwing of wijziging op eigen kosten uitvoeren mits naleving van de bepalingen van de verordening. Het werk moet zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd na kennisname van het besluit van het college van burgemeester en schepen.
.....Ondergrondse verdiepingen worden voorafgegaan door een minteken (vb. verdieping – 1) .
Voorstel tot wijziging:
In een gebouw bestaat het binnennummer uit drie alfanumerieke tekens: zijnde de eerste twee cijfers geven de aanduiding van de verdieping weer (bijv. gelijkvloers 00, eerste verdieping 01, tweede verdieping: 02 enz.) en het laatste cijfer geeft het nummer van de gebouweenheid, al dan niet voor huisvesting bestemd, weer. Voor dit laatste gebruikt men cijfers 1 tot 9 (bijv. appartementsnummer: 3 of kantoor: 4), vanaf 10, de letters van het alfabet in kleine letters.
Ondergrondse verdiepingen worden als volgt genummerd: een eerste ondergrondse verdieping wordt 99, een tweede ondergrondse verdieping wordt 98, gevolgd door het nummer van de gebouweenheid.
Gelet op artikel 40 van het Decreet over het lokaal bestuur d.d.22 december 2017;
Gelet op artikel 135 §2, 1° van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het algemeen politiereglement, in het bijzonder artikel 84;
Gelet op de wet betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van het Rijksregister van de natuurlijke personen, in het bijzonder artikel 1;
Gelet op het koninklijk besluit d.d. 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister, in het bijzonder artikel 1, 4°;
Gelet op het koninklijk besluit d.d. 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, in het bijzonder artikel 16;
Gelet op de omzendbrief d.d. 7 oktober 1992 betreffende het houden van bevolkingsregisters;
Gelet op de Algemene Onderrichtingen betreffende het houden van bevolkingsregisters, gecoördineerde versie, deel I, Hfdst. II, nr. 19 en Hfdst. VI, nr. 116 , gecoördineerde versie van 31 maart 2019;
Gelet op de Onderrichtingen voor het bijhouden van de informatiegegevens in het Rijksregister, nummer 187, van de gecoördineerde versie van 15 juli 2009;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 25 maart 2011 houdende de uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand;
Gelet op het ministerieel besluit d.d. 25 maart 2011 tot vaststelling van de CRAB-specificaties;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 september 2016 inzake nummering van gebouwen;
Overwegende het overleg tussen de diensten burgerzaken en omgeving van de gemeente Zaventem;
Gelet op het collegebesluit van 30 november 2020.
Sedert 2014 is de gemeente systematisch wooneenheden en gebouwen aan het hernummeren in het algemeen belang met het oog op uniformiteit en meer veiligheid voor de burgers (bijv. bereiken van burgers door hulpdiensten en/of in andere noodgevallen). Daarnaast kadert dit groot schaalse project binnen het bijhouden van één centraal register van adressenbestand (CRAB). Op die manier wordt een wooneenheid geregistreerd door middel van één en hetzelfde nummer.
In de vigerende gemeentelijke verordening inzake nummering van gebouwen staat echter vermeld dat o.a. de kosten voor de vervanging en/of vernieuwing van de nummers op gebouwen ten laste zijn van de gemeente. Gezien de grootschaligheid van dit project en in het onbruik geraken van afgifte van huisnummers door dienst omgeving wordt voorgesteld om de betreffende artikelen 8 en 9 aan te passen en deze kosten ten laste te leggen van de eigenaars van de gebouwen en wooneenheden.
Tevens worden negatieve busnummers volgens de recente Algemene onderrichtingen 'Best Address' afgeraden en in de toekomst misschien verboden. Bijgevolg wordt voorgesteld om ondergrondse verdiepingen niet meer te laten voorafgegaan door een minteken (vb. verdieping – 1), maar door het cijfer 99 voor de eerste ondergrondse verdieping, het cijfer 98 voor de tweede ondergrondse verdieping, gevolgd door nummer van de gebouweenheid.
Aanleiding en context
Dit gemeenteraadsbesluit betreft een aanpassing van de gemeentebelasting op de bewaarplaatsen voor motorvoertuigen uitgebaat op het grondgebied van de gemeente, zoals die verschillende legislaturen geleden werd ingevoerd in de gemeente en die laatst werd hernieuwd door het gemeenteraadsbesluit d.d. 30 maart 2020 houdende “Gemeentebelasting op bewaarplaatsen voor motorvoertuigen uitgebaat op het grondgebied van de gemeente – aanslagjaren 2020-2025”, gewijzigd met gemeenteraadsbesluit d.d. 21 september 2020 houdende “Belastingen – vermindering belastingdruk t.b.v. ondernemingen ingevolge de coronacrisis”.
De gemeente heeft het nuttig geoordeeld de door dit reglement beoogde bewaarplaatsen voor motorvoertuigen te belasten teneinde zich aanvullende inkomsten te verschaffen ter financiering van de uitgaven van algemeen nut waaraan de gemeente het hoofd dient te bieden.
Er is immers een duidelijke financiële behoefte aanwezig die de creatie van de belasting rechtvaardigt. De gemeente Zaventem staat voor zware uitdagingen precies omdat tezelfdertijd van haar wordt verlangd dat haar begrotingen sluitend zijn. Zodoende moet zij haar inkomsten zoeken op andere terreinen.
Op het grondgebied van de gemeente Zaventem worden een aantal bewaarplaatsen voor motorvoertuigen uitgebaat. De uitbating van bewaarplaatsen voor motorvoertuigen is een economische activiteit die voor de exploitanten redelijkerwijze inkomsten genereert, wat derhalve des te meer verantwoordt dat ook zij de belastingen betalen die hen ten laste worden gelegd.
Bewaarplaatsen voor motorvoertuigen brengen bijkomende uitgaven voor de gemeente met zich mee, meer bepaald inzake mobiliteit, infrastructuur, wegennet, netheid en veiligheid die tot de bevoegdheid van de gemeenten behoren volgens artikel 135, § 2 van de Nieuwe Gemeentewet. Het is dan ook gegrond om een deel van deze kosten te financieren door een belastingreglement op bewaarplaatsen voor motorvoertuigen.
De uitbaters van bewaarplaatsen voor motorvoertuigen dragen niet bij tot deze bijkomende uitgaven zodat het dan ook verantwoord is om een specifieke bijdrage te vorderen van een uitbater van een bewaarplaats voor motorvoertuigen voor de bijkomende organisatorische, structurele en financiële inspanningen die nodig zijn van het lokaal bestuur en politiediensten op het vlak van verkeersveiligheid, infrastructuur en administratie.
Het is noodzakelijk om het belastingreglement bij te stellen om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen.
Het is aangewezen om het belastbaar feit en de doelgroep van belastingplichtigen duidelijk te definiëren en af te bakenen in overeenstemming met het doel van de belasting om het detectieproces door de gemeentelijke financiële dienst te vereenvoudigen.
De verschillen inzake financiële draagkracht en/of economische rendabiliteit maken redelijk verantwoorde differentiatiecriteria uit voor de toepassing van het belastingreglement en het verschil in tarifering.
Deze belasting heeft tot doel om de uitbaters van bewaarplaatsen voor motorvoertuigen op het grondgebied te laten bijdragen. Ten overstaan van hen bestaat het belastbaar voorwerp uit het ter beschikking stellen van parkeerplaatsen ten bezwarende titel.
De belastbare grondslag moet in overeenstemming zijn met de financiële draagkracht en/of economische rendabiliteit en eenvoudig controleerbaar zijn. Bijgevolg bestaat de belastbare grondslag uit het totale aantal parkeerplaatsen waarop motorvoertuigen kunnen worden gestald. Dit is immers een pertinent criterium gezien het totale aantal parkeerplaatsen waarop motorvoertuigen kunnen worden gestald in verhouding staat met de dienstverlening op het grondgebied van de gemeente Zaventem en de mate waarin van een dienstverlening kan worden genoten.
Niet alleen de effectief gebruikte parkeerplaatsen, maar ook deze die ter beschikking staan van de belastingplichtige om effectief gebruikt te worden, wanneer deze dit wenst, zijn belastbaar. Het ook belastbaar zijn van deze laatste soort parkeerplaatsen vermijdt betwistingen aangaande het begrip effectief gebruik.
De gemeente streeft een beleid na met volgende kenmerken:
- Een eenvoudige belasting waarvan de heffing efficiënt en rendabel is;
- Een belasting die eenvoudig te controleren is;
- Een belasting waarbij de administratieve verplichtingen tot het absolute minimum worden beperkt met vanzelfsprekend de inachtneming van de vigerende regelgeving, en waarbij de klantgerichte dossierbehandeling, gekoppeld aan de gelijke behandeling van alle belastingplichtigen, als speciaal aandachtspunt geldt;
Exploitanten die niet over meer dan 10 parkeerplaatsen beschikken hebben een eerder beperkte draagkracht. Het rendement van de parkeerplaatsen voor deze exploitanten zal dan ook eerder beperkt zijn zodat het verantwoord is om dergelijke exploitanten niet te belasten.
De bedragen zijn redelijk en, gelet op de financiële behoeften van de gemeente, verantwoord.
Door een tariefvermindering voor de parkeerplaatsen bestemd voor personeel van een andere instantie dan de belastingplichtige wordt het optimaal gebruik van de parkeerplaatsen door de exploitanten in het kader van het mobiliteits- en parkeerbeleid van de gemeente aangemoedigd. Deze parkeerplaatsen worden doorgaans aan een verlaagd tarief ter beschikking gesteld. Het lagere rendement noopt tot het gebruik van een lager belastingtarief.
Een lager tarief voor de parkeerplaatsen in open lucht is verantwoord gelet op het hogere rendement van overdekte parkeergelegenheden.
Een vrijstelling van de belasting voor de parkeerplaatsen die voorbehouden zijn aan het eigen personeel van de belastingplichtige is verantwoord gezien deze parkeerplaatsen doorgaans gratis ter beschikking worden gesteld.
Een vrijstelling van de belasting voor de parkeerplaatsen die samen worden verhuurd met ruimtes waarin personeel wordt tewerkgesteld en waarbij de parkeerplaatsen enkel dienst doen om dit personeel van een parkeerplaats te voorzien is verantwoord gezien het niet de bedoeling van de gemeente is om dergelijke personeelsparkings waarbij de verhuur van de parkeerplaatsen louter accessoir en ondergeschikt is aan de verhuring van voormelde ruimtes, te belasten.
Het is verantwoord om openbare diensten, onderwijsinstellingen en religieuze gebouwen vrij te stellen van de belasting gezien het onderscheid in de feitelijke toestand en draagkracht van openbare diensten, onderwijsinstellingen en religieuze gebouwen ten opzichte van ondernemingen die de bewaarplaatsen voor motorvoertuigen aanwenden in het kader van een economische activiteit. (zie hiervoor RvS 27 januari 2013, (nr. 226.299, LRB 2014, nr. 1, 89.))
De bewaarplaatsen voor motorvoertuigen uitgebaat op het grondgebied van de gemeente worden extra zwaar getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken aangezien het tarief voor een volledig jaar verschuldigd is en los staat van de bezetting.
Door de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken is er een enorme daling in de vraag naar parkeerplaatsen, hetgeen de tijdelijke sluiting van bewaarplaatsen voor motorvoertuigen tot gevolg kan hebben.
De gemeente wenst hieraan tegemoet te komen en voorziet derhalve in het kader van dit belastingreglement in een maandelijkse (i.p.v. jaarlijkse) inkohiering van de belasting. Hierbij is het tarief per maand, in plaats van voor een volledig jaar, verschuldigd en wordt de belasting berekend volgens het aantal parkeerplaatsen waarop motorvoertuigen kunnen worden gestald op basis van de toestand op de eerste dag van de maand. Hiermee wenst de gemeente rekening te houden met het geval waarin bewaarplaatsen voor motorvoertuigen tijdelijk worden gesloten.
Uit de praktijk is gebleken dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke financiële dienst te verminderen.
De grondwet, meer bepaald artikel 170, 4;
Het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 en het Invorderingswetboek van 13 april 2019;
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 § 3, 41, 14°, 56, § 3, 7°, 286 § 1, 287, 288 en 330;
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening parkeervoorzieningen van 10 november 2016;
De Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones
Het gemeenteraadsbesluit d.d. 30 maart 2020 houdende “Gemeentebelasting op bewaarplaatsen voor motorvoertuigen uitgebaat op het grondgebied van de gemeente – aanslagjaren 2020-2025”, gewijzigd met gemeenteraadsbesluit d.d. 21 september 2020 houdende “Belastingen – vermindering belastingdruk t.b.v. ondernemingen ingevolge de coronacrisis”
De gemeenteraad keurt de aanpassing van de gemeentebelasting op de bewaarplaatsen voor motorvoertuigen uitgebaat op het grondgebied van de gemeente - aanslagjaren 2021-2025 goed.
Overwegende dat het aandeel in de kostprijs voor de bovengrondse en ondergrondse sanering
wordt doorgerekend aan de klant;
Overwegende dat de gemeente bevoegd is het tarief per m3 voor de ondergrondse sanering (=
WAB waterafvoerbijdrage) te bepalen;
Overwegende dat de WAB enkel kan aangewend worden voor investeringen in of onderhoud van
rioleringen;
Gelet op het schrijven van Farys van 28/09/2020 houdende het intercommunaal voorstel om de decretaal maximale verbruikstarieven toe te passen; dit is het bovengemeentelijk tarief vermenigvuldigd met een decretaal bepaalde maximale factor (op dit ogenblik 1,4)
Gelet op de kaderrichtlijn water 2000/60/EG aan de lidstaten houdende de verplichting
programma’s uit te werken die tot doel hebben om de oppervlakte- en ondergrondse
waters in goede staat te hebben;
Gelet op het Vlaams Decreet van 18/6/2003 houdende het integraal waterbeleid;
Gelet op het Programmadecreet van 31/12/2004 waardoor de drinkwatermaatschappijen decretaal
belast worden met de sanering van het water;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
De gemeenteraad gaat akkoord met het voorstel van Farys waarbij de maximale tarieven voor de gemeentelijke bijdrage -en vergoeding vanaf 1/1/2021 worden verkregen door de tarieven voor de bovengemeentelijke bijdrage voor 2021 te vermenigvuldigen met de vermenigvuldigingscoëfficiënt (momenteel 1,4 onder voorbehoud van decretale aanpassing.
De gemeenteraad van 16 december 2019 hechtte goedkeuring aan de prijssubsidie dienstjaar 2020 aan het AGB Zaventem.
Deze werd gewijzigd door de gemeenteraad van 21 september 2020.
Het AGB Zaventem wordt gekwalificeerd als BTW-belastingplichtige met recht op BTW-aftrek in de zin van artikel 4, § 1, WBTW onder de strikte voorwaarde van winstuitkering. Dat betekent dat de globale werking van het AGB winstgevend hoort te zijn en daarenboven effectief winst moet (kunnen) worden uitgekeerd. Het louter vermelden van deze intentie en het winstoogmerk in de statuten is NIET voldoende;
Omdat de tarieven aangerekend door het AGB onvoldoende zijn om alle kosten te dekken (en dus winst te genereren), komt de gemeente tussen met een prijssubsidie.
Omdat er gedurende de periode van verplichte sluiting geen omzet was, was er ook geen prijssubsidie terwijl de vaste kosten (verzekeringen, afschrijvingen …) gewoon verderlopen.
Ook in de periode waarin de werking van het AGB kon doorgaan in 2020 bleef de omzet ver beneden het normale niveau.
Hierdoor zal de totale omzet en de prijssubsidie NIET het niveau halen dat nodig is om winst te genereren, laat staan om de verliezen als gevolg van de sluiting te neutraliseren.
Daarom heeft de minister beslist (Circulaire 2020/C/68 dd. 15/05/2020 ) dat de fiscus bij de beoordeling van het winstgevend karakter van een AGB geen rekening zal houden met het operationeel resultaat met betrekking tot het boekjaar dat deze omvat.
Bij de beoordeling van de winst-/verliespositie van het AGB wordt immers abstractie gemaakt van toevallige gebeurtenissen (beslissing E.T.129.288 van 19/01/2016). De gevolgen van COVID-19 worden aangemerkt als een dergelijke ‘toevallige gebeurtenis’.
Deze situatie zou er kunnen toe leiden dat de fiscus oordeelt dat de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk louter theoretisch zijn en dat de vrijstellingen in het BTW-wetboek (art. 44, §2, 3°, 4°, 6°, 7° en 9° WBTW) wèl van toepassing zijn bij gebrek aan winst(uitkering).In dat geval zou het AGB het recht op BTW-aftrek verliezen.
In het geval het AGB in 2020 verliezen lijdt als gevolg van de Corona-crisis worden deze verliezen best weggewerkt. Dat kan door een uitzonderlijke ‘gewone’ werkingssubsidie (niet gerelateerd aan prestaties en zonder toepassing van BTW) toe te kennen in het boekjaar.
Deze subsidie heeft geen budgettaire gevolgen voor de gemeente aangezien het niet-benutte krediet van de prijssubsidie hiervoor kan worden aangewend.
Artikel 6 van de wet van 29 mei 2020 houdende ‘diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van COVID’ (B.S., 11 juni 2020) voorziet dat de vergoedingen die door de gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten worden toegekend voor de economische gevolgen van de coronacrisis, van inkomstenbelastingen zijn vrijgesteld (onder bepaalde voorwaarden). Het AGB zal dus ook GEEN vennootschapsbelasting betalen op deze tussenkomst van de Stad.
Het toekennen van een specifieke werkingssubsidie in het kader van een coronasteunmaatregel aan het AGB Zaventem heeft volgende voordelen
Door de lange periode van sluiting van de sporthallen, het zwembad en het CC bleven de vaste kosten van het agb verder lopen, terwijl de omzet en de daarmee gerelateerde prijssubsidies stil vielen.
Deze subsidie zorgt ervoor dat deze verliezen worden gecompenseerd.
Deze subsidie heeft geen invloed op het btw regime van het AGB en brengt de aftrekken van het verleden niet in het gedrang
Deze subsidie heeft geen invloed op het btw verhoudingsgetal en dus op de btw aftrek van 2020.
Deze subsidie wordt niet beschouwd als een belastingplichtige ontvangst in de vennootschapsbelasting.
De gemeenteraad besluit om een coronatoelage toe te kennen voor het dienstjaar 2020 aan het AGB Zaventem.
Overwegende dat de prijssubsidie van de gemeente Zaventem aan het AGB Zaventem de mogelijkheid biedt om positief operationeel resultaat te boeken en zich zodoende conformeert aan de recente beslissingen van de BTW-administratie;
Overwegende dat voor de sport-, culturele en bibliotheekinfrastructuur geëxploiteerd door het AGB Zaventem een gemiddelde inkomsten en uitgaven berekend worden;
Overwegende dat de gemeente prijssubsidie verleent aan het AGB Zaventem voor de toegang tot de sport-, cultuur- en bibliotheekinfrastructuur en zo het verschil tussen de prijs die de eindgebruiker betaalt en de kostprijs van de toegang bijpast;
Overwegende dat de gemeente erkent dat op basis van de herevaluatie van de gesubsidieerde toegangsgelden, de voorziene toegangsprijzen (excl. BTW) voor recht op toegang tot sportinfrastructuur (zwembad en sporthallen), het cultuurcentrum” De Factorij” en de bibliotheek de prijsfactor dient gewijzigd te worden.
et college stelt voor de voorziene toegangsprijzen (excl.BTW) voor recht op toegang tot sportinfrastructuur (zwembad en sporthallen) vanaf 1/01/2021 te betoelagen met een prijssubsidie en de toegangsprijzen voor, het cultuurcentrum” De Factorij” en de bibliotheek respectievelijk te vemenigvuldigen met factor 60 en 1 en de toegang tot de sportinfrastructuur te vermenigvuldigen met factor 5 en keurt het bijgaande prijssubsidiereglement goed.
Overwegende dat het CKB vóór 1 mei alle rekeningen van de kerkfabrieken die onder zijn werking ressorteren bij de gemeente moet indienen;
Overwegende dat het CKB op 16/10/2020 de rekeningen indiende;
Overwegende dat de gemeenteraad advies moet uitbrengen over de rekeningen binnen de termijn van 50 dagen die ingaat de dag na het inkomen van de rekeningen bij het gemeentebestuur;
Overwegende dat dit advies dient te worden overgemaakt aan de provinciegouverneur;
Overwegende dat bij ontstentenis van het versturen van dit advies binnen deze termijn de gemeenteraad wordt geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht;
Overwegende dat deze jaarrekeningen werden nagezien zowel inhoudelijk als vormelijk;
Overwegende dat de provinciegouverneur de bevoegdheid heeft om ambtshalve wijzigingen door te voeren en zich uit te spreken over de goedkeuring van de rekeningen van de erediensten;
Overwegende dat de rekening werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikels 54 en 55;
Gelet op het gezamenlijk indienen door het CKB van de jaarrekeningen volgens art. 55 van het decreet op datum van 06/05/2019;
Gelet op het reglement op de boekhouding bepaalt in artikel 22 uitdrukkelijk de minimale voorwaarden waarin een budgetwijziging noodzakelijk is. In de investeringen vergt elke wijziging van de kredieten een budgetwijziging. Veranderingen aanbrengen aan de investeringskredieten via een interne kredietaanpassing is dus uitgesloten. Voor de kredieten van de exploitatie is een budgetwijziging vereist zodra de aanpassing leidt tot één van de volgende situaties:
•het totaal van de ontvangsten of uitgaven van een hoofdfunctie wijzigt;
•men bevindt zich in de aanvullende beperkende voorwaarden die het gemeentebestuur heeft opgelegd voor het doorvoeren van interne kredietaanpassingen
Er werd een overschrijding vastgesteld in de rekening van de kerkfabriek van Sint-Jozef (2432,30 : overboeking van exploitatie naar investeringen)
Er werd een overschrijding vastgesteld in de rekening van de kerfabriek Sint-Pancratius : de verkoop van het vastgoed op de Boesbergstraat en de investering in de nieuwbouw van 2 woningen op dit terrein was niet opgenomen in het budget noch een wijziging.
Er werd een overschrijding vastgesteld in de rekening van de kerkfabriek vSint-Stefaan op de post van de investeringsbeleggingen;
De gemeenteraad neemt kennis van de jaarrekeningen 2019 van de kerkfabrieken van de gemeente Zaventem.
Overwegende dat de begrotingsllijst 2020 als bijlage toegevoegd aan de gemeenteraadsbeslissing van 16/12/2020 dient vervangen te worden door een aangepaste begrotingslijst. De bedragen waren correct opgenomen in de software.
Overwegende dat in de voorliggende begrotingswijziging het boni van de rekening 2019 werd verwerkt waardoor de gemeentelijke werkingstoelage met afgerond 327.000 euro kan verminderd worden. Een aantal ongebruikte kredieten van 2019 worden heringeschreven in 2020 alsook de verschuiving van een aantal afzonderlijke investeringskredieten naar de budgetsleutel voor de uitbesteding van de bouw aan Willemen (in projectbeheer bij Belfius). Het krediet voor de verhuis wordt verschoven van 2021 naar 2020.
Gelet op Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het KB van 5/9/01 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie inzonderheid titel II "de begroting" - hoofdstuk III "de begrotingswijzigingen";
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op 2 niveaus;
Gelet op de omzendbrief PLP 59 van 18/11/2019 houdende de onderrichtingen met betrekking tot de opmaak van de begroting en begrotingswijzigingen in 2020;
De gemeenteraad keurt het voorstel van begrotingswijziging 2020 van de politie goed.
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten, inzonderheid artikel 43;
Overwegende dat er geen overleg plaats vond wegens ongewijzigde kredietaanvraag t.a.v. de gemeente;
Gelet op het bijgaand overzicht van de gevraagde gemeentelijke toelage door de kerkfabrieken;
Gelet op het gecoördineerd indienen door het CKB van de budgetten 2021 op 28/10 (normaal september) wegens ontbreken van een bestuur voor de kerkfabriek Sint-Lambertus;
Gelet op het gunstig advies van het erkend representatief orgaan (aartsbisdom Mechelen-Brussel) over de meerjarenplannen van alle kerkfabrieken van Zaventem;
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging 2020 kerkfabriek Sint-Jozef goed en neemt akte van de budgetten 2021 kerkfabrieken.
Gelet op artikels 235 van het decreet lokaal bestuur met betrekking tot de bevoegdheid tot de opmaak van een meerjarenplan door de raad van bestuur;
Gelet op artikel van het decreet lokaal bestuur houdende de verplichting van het AGB om het meerjarenplan ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad;
Gelet op de hernieuwde beheersovereenkomst afgesloten tussen de gemeente en het AGB Zaventem in vergadering van 23 september 2019;
Gelet op artikel 37 van de gewijzigde statuten van het AGB Zaventem van 23 september 2019; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
Gelet op het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC);
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 - aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen;
Gelet op het gunstig advies van het managementteam;
Overwegende dat de financiële nota verduidelijkt hoe het financiële evenwicht wordt gehandhaafd en dat de financiële consequenties van de beleidsopties van de strategische opties worden weergegeven;
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025 als bijlage, vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB Zaventem de goedgekeurd door de gemeenteraad
Voor de politiezone stijgt de werkingstoelage in 2021 t.o.v. 2020 met afgerond 360.000 euro. Ten opzichte van het oorspronkelijk ingeschreven krediet voor 2021 (7.422.448 euro) daalt de toelage met afgerond 1,9 miljoen euro. Het inschrijven van slechts 50% loonkost voor de nagenoeg 20 vacante functies en het verwerken van een geraamd boni (2020) van 1.916.825 euro verklaren deze aanzienlijke daling. In 2022 leidt de volledige personeelsbezetting, de leningslast en het onderhoudscontract betreffende het nieuwe politiecommissariaat tot een werkingstoelage van 7.485.421 euro. Dit is een significante toename met 26% of 1,95 miljoen euro.
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie, inzonderheid titel II de “de begroting” – hoofdstuk III “de begrotingswijzigingen”;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus;
De gemeenteraad keurt de begroting 2021 van de Politiezone Zaventem goed.
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
Gelet op het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC)
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 - aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen;
Het geïntegreerd aangepast meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente en het OCMW wordt goedgekeurd.
Naar aanleiding van het annuleren van de sinterklaasvoorstellingen heeft de jeugddienst als alternatief reeds de foto collage van sint thema’s die op de digitale borden zal verschijnen uitgewerkt;
Daarnaast wensen wij als compensatie voor het jaarlijkse sintcadeautje dat de kinderen krijgen een nieuw voorstel te maken. Normaliter passeren de kinderen na afloop van elke voorstelling langs het podium voor een handje en cadeautje van Sinterklaas te krijgen, in het geheel is dit zeer fijn. Maar door het wegvallen van de voorstellingen en het handje geven is deze kleine attentie minder interessant;
In corona tijden is het ook niet evident om corona proof sint chocolade uit te delen en dachten we dat het misschien een meerwaarde voor de kinderen en de scholen zou betekenen om elke klas van de kleuter en lagere scholen op grondgebied Zaventem een éénmalige sint toelage van de gemeente te geven. Voorstel is om 50€ per klas te geven. Op deze manier kan elke klas uitmaken of ze hiermee boeken, educatief materiaal, knutselmateriaal,… mee wensen aan te kopen;
Een sinterklaas toelage voor elke klas van kleuter en lagere scholen in Zaventem als compensatie van het annuleren van de sinterklaasvoorstellingen wegens corona en het hierbij gepaarde cadeautje voor de kinderen.
De jaarlijkse subsidies werden (in samenspraak met de schepen van sport en de sportraad) voor de eerste keer berekend volgens het nieuwe erkennings- & subsidiereglement.
Dit reglement werd goedgekeurd door het college in zitting van 11 juni 2019 (CBS/2019/1592) en door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019 (GR/2019/188).
Zoals in deze beslissing meegegeven, wordt bij een 1ste toepassing ook steeds een evaluatie gedaan in functie van de omzetting in de praktijk om dit reglement ook verder op punt te zetten en bij te sturen waar nodig. Vandaar dat dit ook ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad en het ondertussen ook interessant is om feedback te krijgen na een 1ste toepassing.
Indien er vragen zijn en/of nood is aan verdere toelichting, dan vernemen wij dat uiteraard graag.
Gelet op het goedgekeurde gemeentelijke meerjarenplan 2020-2024;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 24 juni 2019 (GR/2019/188) betreffende de goedkeuring van het erkennings- & subsidiëringsreglement voor sportverenigingen;
Gelet op de collegebeslissing van 11 juni 2019 (CBS/2019/1592) betreffende de goedkeuring van het erkennings- & subsidiëringsreglement voor sportverenigingen;
Gelet op het positieve advies van het bestuur van de sportraad voor de verdeling/toekenning van de subsidies;
Gelet op het feit dat deze verdeling ook zal meegedeeld worden aan de sportclubs, weliswaar eveneens via digitale weg, aangezien het helaas onmogelijk is onder de huidige omstandigheden een algemene vergadering "live" te organiseren.
Gelet op art.10 en 14 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen worden gewaarborgd;
Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende de regeling voor het Vlaamse gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten, inzonderheid art.7 en 8;
Gelet op de ingediende adviezen door de gemeentelijke sportraad inzake het verlenen van de erkenning en toelagen met betrekking tot de aangesloten sportverenigingen;
Artikel 1: De verdeling in bijlage van de subsidies voor de Zaventemse sportclubs volgens het goedgekeurde subsidiereglement voor het sportseizoen 2019-2020 wordt goedgekeurd.
Artikel 2: Onderstaande zaken worden goedgekeurd als aanvulling van het reglement na een 1ste evaluatie:
Artikel 3: Er wordt eveneens kennis genomen van de bijkomende 10% subsidies die wordt toegevoegd vanuit het noodfonds.
Gelet op het pensioen van de voormalig Data Protection Officer (DPO) HINP Freddy Dekeyser;
Gelet dat er een nieuwe Data Protection Officer (DPO) dient aangesteld te worden;
Gelet dat HINP Daan Peters aangeduid werd voor deze functie;
Gelet dat de nieuwe DPO deze functie voorlopig vervult tot eind 2021, tot wanneer een nieuwe aangeworven persoon hem kan vervangen;
Gelet dat het aangeraden is dat de nieuwe DPO ook specifieke opleidingen voor de functie volgt;
Gelet op de Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (hierna “de Richtlijn”),
Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (hierna “de AVG”),
Gelet op de Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna “de Kaderwet”),
Gelet op de Wet van 18 maart 2014 betreffende het politionele informatiebeheer,
Gelet op de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus,
Gelet op de Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt,
Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 2015 betreffende de consulenten voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het platform voor de veiligheid en de bescherming van de gegevens,
Gelet op het nieuwe aanwervingsconcept voor wat het basiskader van de politiediensten betreft en dat vijf verschillende aanwervingscategorieën inhoudt;
Gelet op categorie A betreffende de “klassieke mobiliteit” is en blijft deze de basis. Aldus dienen de politiediensten die een beroep wensen te doen op de andere aanwervingscategorieën aan te tonen dat de vacante betrekking niet via de klassieke mobiliteit kon worden ingevuld;
Gelet op categorie B betreffende de “onmiddellijke werving” dat inhoudt dat de kandidaten-inspecteur zich reeds vóór de start van de basisopleiding verbinden aan een welbepaalde politiedienst. In deze categorie vindt er geen selectie op niveau van de betrokken politiedienst plaats. Categorie B biedt als grootste voordeel dat de betrekkingen die aldus zijn begeven ook effectief worden ingevuld;
Gelet op categorie C betreffende de “aanwijzing van de aspiranten-inspecteur in het begin van de basisopleiding via een aan hen voorbehouden mobiliteitscyclus, en in voorkomend geval, via een ambtshalve aanwijzing. In het begin van de basisopleiding wordt dan een mobiliteitscyclus georganiseerd die enkel de niet-ingevulde betrekkingen uit de categorie B en de betrekkingen uit categorie C bevat. Deze specifieke mobiliteitscyclus is specifiek voorbehouden aan de aspiranten-inspecteur;
Gelet op categorie D betreffende enkel de aspiranten-inspecteur die nog geen betrekking hebben verkregen ingevolge de wervingen in het raam van de categorieën B, C of E. De aspiranten-inspecteur kunnen zich vanaf de vierde maand vóór het einde van de opleiding deelnemen aan de klassieke mobiliteit;
Gelet op categorie E betreffende de reeds bestaande “bijkomende aanwerving.” Dit houdt in dat de kandidaten-inspecteur zich reeds vóór de start van de basisopleiding verbinden aan een welbepaalde politiezone. In tegenstelling tot categorie B neemt hier de politiezone de volledige opleidingskost van de betrokken aspiranten-inspecteur op zich en geldt er een langere aanwezigheidstermijn;
Overwegende dat dit nieuwe aanwervingsconcept van toepassing zal zijn op de aspiranten-inspecteur die deelnemen aan een basisopleiding die begint op of na 1 september 2014;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 22 mei 2017 punt 106 waarbij de personeelsformatie van lokale politie Zaventem wordt uitgebreid naar 101 personeelsleden in het operationeel kader en 20 personeelsleden in het administratief- en logistiek kader;
Overwegende dat de PZ Zaventem in de klassieke mobiliteit de volgende betrekkingen reeds vacant verklaard heeft overeenkomstig de regeling inzake de mobiliteit bedoeld in deel VI, titel II, hoofdstuk II, RPPol:
- Inspecteur van politie interventie en toezicht: mobiliteitscyclus 2020/03 - reeksnummer: 4795 (15 betrekkingen);
Overwegende dat de betrekking(en) ingevolge die vacantverklaring(en) niet kon(den) worden ingevuld;
Overwegende dat het grote voordeel van een categorie B “ onmiddellijke werving” is dat als er een kandidaat is die specifiek interesse heeft voor de politiezone Zaventem, deze aan het begin van de opleiding reeds kan voortekenen voor de politiezone Zaventem en de zone zeker is aan de zone en dat er voor de betrekkingen waarvoor in het raam van Cat. geen kandidaten gevonden worden, automatisch worden overgeheveld naar categorie C “aspirantenmobiliteit”;
Overwegende dat het grote voordeel van een categorie C “aspirantenmobiliteit” is dat vacante betrekkingen ook effectief gaan ingevuld worden: ofwel op basis van de keuze van de aspirant, ofwel op basis van ambtshalve aanwijzing;
Overwegende dat het college de raad voorstelt onmiddellijk beroep te doen op categorie C en de 8 niet-ingevulde betrekkingen via de eerstvolgende aspirantenmobiliteit vacant te verklaren;
Gelet op de artikelen IV.I.3, tweede lid, IV.I.33, § 1, eerste en tweede lid, V.II.3, VI.II.4bis, VI.II.4ter, en VI.II.4quater, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtpositie van het personeel van de politiediensten (RPPol);
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 april 2013 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangaande de eerste aanwijzing van de personeelsleden van het operationeel kader en het ministerieel uitvoeringsbesluit van 16 april 2013;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving , de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten;
Vergelijking samenwerkingsvormen inzake het ophalen en bewaren van gevonden dieren en dit ook in functie van de sterilisatie van zwerfkatten in de gemeente.
Gelet op de beslissing van het schepencollege d.d. 30/11/2020 (CBS/2020/2986) om voor de periode 1/3/2021 tot en met 28/2/2022 samen te werken met de vzw Veterinary Assistance, afgekort vzw Vetas.
De gemeenteraad de samenwerkingsovereenkomst met vzw Veterinary Assistance (Vetas) met betrekking tot ophalen en bewaren van gevonden dieren te ondertekenen.
Oproep van de Provincie Vlaams-Brabant om beginselverklaring "diervriendelijke gemeente" te onderschrijven;
Overwegende dat volgende feestdagen in het dienstjaar 2021 op een zaterdag of een zondag vallen:
Overwegende dat het past de vervanging van de feestdagen die op een zaterdag of een zondag vallen, vast te stellen;
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 4 november 2020 houdende het voorstel tot vastleggen van de compenserende feestdagen voor het gemeentepersoneel;
Overwegende dat de wet van 4 januari 1974 en zijn koninklijke besluiten betreffende de feestdagen niet van toepassing is op de personeelsleden tewerkgesteld door de provincies, de gemeenten en de openbare instellingen die eronder ressorteren;
Gelet op de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het raadsbesluit van 25 november 2019 waarbij de nieuwe tekst voor de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel werd goedgekeurd inzonderheid artikel 236 §3 van deze rechtspositieregeling waarbij de gemeenteraad de mogelijkheid wordt gegeven om vervangende feestdagen vast te stellen;
Vaststelling van de vervangende feestdagen voor het dienstjaar 2021 voor het gemeentepersoneel
De voorzitter sluit de zitting op 14/12/2020 om 22:00.
Namens Gemeenteraad,
Wim Debruyn
Algemeen Directeur
Natalie Miseur
Voorzitter